-12- De bedoeling van het betreffende voorschrift is het zonder afweging vooraf aanbrengen van welke put dan ook tegen te gaan, aangezien dit meestal gepaard zal gaan met het doorbreken van bepaalde lagen die voor de waterwinning van groot belang zijn. Ons voorstel is daarom in deze bepaling het aanleggen van zowel pomp- als boorputten aan een aanlegvergunning te verbinden (hieronder ook te begrijpen beregeningsinstallaties) 3. Zoals reeds eerder gesteld t.a.v. dit bezwaar bij het b.p. Bosschenhoofd-dorp, blijven wij van mening dat de onderhavige uitzondering gehandhaafd moet worden enerzijds omdat anders voor ieder dergelijk geval de procedure van een aanlegvergunning gevolgd moet worden ander zijds omdat door de huidige redaktie het voorkomen van schadelijke effekten reeds voldoende verzekerd is. 4. De door reklamant aangegeven gewijzigde tekst kan, zoals ook in het b.p. Bosschenhoofd-dorp is gebeurd, worden overgenomen. 5. De Waterleidingmij zou de kunstmest niet onder de uitzonderingsgronden van de aanlegvergunningvereisten willen laten vallen. In verband met parallelliteit met o.m. het plan Buitengebied ware deze uitzondering te handhaven en kunstmest, bedoeld voor onmiddellijke verspreiding niet aan een aanlegvergunning te koppelen. 6. Lid II onder d.: onder verwijzing naar eerder door de Maatschappij genoemde Richtlijnen en Aanbevelingen verzoekt de maatschappij de zinsnede beginnende met "lozende op, enz." te laten vervallen. Overeenkomstig de regeling in het b.p. Bosschenhoofd-dorp kan de redaktie worden aangepast. De mogelijkheid om vuilnis en faecaliën te lozen op een deugdelijke inrichting kan ons inziens gehandhaafd blijven, omdat hiervan geen voor de waterwinning schadelijke situaties verwacht kunnen worden. 7. Lid II onder f.: bezwaar tegen het gebruik van het woordje "en" omdat daarmee een nieuwe groep van bestrijdingsmiddelen geïntroduceerd zou kunnen worden. Dit is geenszins de bedoeling en dit eventuele misverstand dient dan ook uitgesloten te worden door de tekst aan te passen. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 141