-5- De relatie met de geluidhinder is een aspekt welke in bezwaarschrift 1 is behandeld. ad c. De terreinvergroting t.b.v. het parkeerareaal is reeds behandeld. Hiervoor mag verwezen worden naar bezwaarschrift 1. Voor wat betreft de in het schrijven d.d. 5 april 1982 van de Stichting weergegeven opinies met betrekking tot het afwezig zijn van reakties van omwonenden en anderen t.a.v. geluidhinder is op te merken dat dit ook als een ondersteuning van het raadsvoorstel beschouwd zou kunnen worden. Resumerend is te konkluderen dat voorzover het bezwaarschrift zich baseert op de stelling dat de gewraakte elementen .(aantal vliegbewegingen, gewicht thuisvloot) niet gemotiveerd mogen zijn op argumenten van geluid hinder, ons inziens het bezwaarschrift gegrond is, en overigens ongegrond. Bezwaarschrift 3 - De heer P. Buiks. Het bezwaar is gericht tegen het verloren gaan van ca. 2 ha., voor hem onmisbare grond in het kader van zijn agrarische bedrijfsvoering. Van de percelen sektie F 319 en 1343 zijn gedeelten nodig voor de aanleg van de omgeleide Oude Bredasepostbaan, de waterlossing en een gedeelte vliegveld 0,75 ha i.p.v. de in het schrijven vernoemde 2 ha. In het licht van de gehele bedrijfsomvang van de bedrijfsgrond (21 ha) de omvang van de kavel zelf (6,6 ha) afwegend tegen het belang van het herkrijgen van een gewenste vliegstrip met een lengte van 800 m. en het daaraan verbonden belang, kan enerzijds niet worden ingestemd met de konstatering van belanghebbende dat een gemis van 0,75 ha. de levensvatbaarheid van zijn bedrijf in gevaar brengt. Wel zal sprake zijn van een gedeeltelijk ongunstige vorm van de kavel zuidelijk van het vliegveld. In het kader van de belangenafweging dient het algemeen belang te prevaleren, zodat het bezwaarschrift ongegrond is. Bezwaarschrift 4. - B.V. Rekreatiecentrum Zwartven. -Een-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 134