-6- Mevrouw Holtzer merkt op dat 80% van de kosten van deelname aan dit instituut weer via Sociale Zaken in de gemeentekas zal terug vloeien, zodat er 859,volledig ten laste van de gemeente zal komen indien er per inwoner zal worden gesubsidieerd. Spreekster acht dat...een zo., garing.. bedrag_ dat men echt solidair, zou moeten zijn. De heer Buijtendijk (V.V.D.) citeert de volgende zin uit het pré- advies: "Daarom zijn wij van oordeel, dat de meest eerlijke verdeling van "kosten is, die op basis van het aantal gevestigde buitenlanders "in de gemeente, waarmee de solidariteitsgedachte onverlet wordt "gelaten". Spreker spreekt zijn twijfels uit of dit wel de meest eerlijke verdeling is en zegt in het pré-advies een essentiële gedachte te hebben gemist, nl. deze, dat de buitenlanders naar Nederland zijn gehaald om arbeidsplaatsen te bezetten en zodoende de welvaart in Nederland te ontwikkelen. De inspanningen van hen zijn mede bepalend geweest voor het welvaartsniveau. In die zin heeft heel Nederland, waaronder ook de gemeente Hoeven, daar ook voordeel van gehad. Spreker vindt het dan ook onjuist dat Hoeven in deze een uitzonderingspositie in zou nemen waar het de maatschappelijke zorg voor die buitenlanders betreft en deelt mede er dan ook voorstander van te zijn dat de gemeente Hoeven een bijdrage levert op basis van het aantal inwoners. Voorts deelt spreker mede, dat de commissie algemene zaken tot tweemaal toe geadviseerd heeft de voorwaarde b te wijzigen, omdat de gemeente Rijsbergen niet deel zou nemen, waardoor die voorwaarde geen enkele zin meer had. Die commissie had voorts geadviseerd om die voorwaarde zodanig te redigeren dat de grootste gemeenten met name Oudenbosch, Etten-Leur en Zundert aan de subsidiëring mee zouden doen. De heer Buijs (P.v.d.A.) sluit zich wat betreft de voorwaarde b volledig aan bij de vorige sprekers, waarbij hij opmerkt dat dit weer een voorbeeld is waarbij het college het advies van een commissie verborgen houdt en dat men zo'n advies uit het verslag van de vergadering van de commissie moet lezen, maar dat het daar niet duidelijk verwoord is. -Spreker- -7- Spreker pleit er nogmaals voor om de adviezen van de commissies in het pré-advies op te nemen. Met betrekking tot de kostenverdeling merkt spreker op, dat men in deze praat over een maatschappelijk werkende voor culturele minderheden en dat er niet exact is omschreven dat het om slechts twee bevolkingsgroepen gaat. Spreker zegt dat de solidariteitsgedachte bij hem op de eerste plaats komt en dat men niet voor niets een maatschappelijk werkende moet be noemen, omdat er meer problemen zijn in die gemeenten waar meer culturele minderheden wonen. Het hele sociale verzekeringsstelsel is gebaseerd op de solidariteitsgedachte, want iedereen betaalt een bepaald bedrag ondanks het feit dat de een meer of minder last heeft van sociale problemen. Spreker zegt dat als men een gezins verzorgster in het regionale samenwerkingsverband Rondom Mark en Weerijs wil benoemen, men toch ook niet de probleemgezinnen gaat tellen. Toevallig zijn de culturele minderheden in de grotere gemeenten woonachtig en men moet er aan mee helpen om de problemen die zij dat wat meer hebben dan hier, mee te dragen. Spreker vindt het een kwalijke zaak dat in het pre-advies niet ge sproken wordt dat 80% van de kosten kunnen worden terugontvangen, hetgeen wel was vermeld in het voorstel van januari. Spreker acht dit toch een bepalend aspect voor de keuze van diegenen die vinden dat geld hier een belangrijke rol moet spelen, want voor hem geldt uitsluitend het solidariteitsprincipe, op basis waarvan hij niet anders kan, dan pleiten voor een kostenverdeling naar rato van het aantal inwoners. Spreker zegt zich af te vragen hoe men in de toekomst zal aantonen hoeveel buitenlanders er in de gemeente wonen en dat men dan moet gaan tellen. Spreker zegt zich af te vragen of dat aanvaardbaar is en ook of dat geen reden is om straks buitenlanders tegen te houden. De heer Taks merkt op dat in het voorstel wordt gesproken over een bijdrage van het ministerie van 32.500,maar dat er in de stukken ook een kostenberekening gemaakt is op een subsidiebijdrage van 50% van de totale kosten. Spreker vraagt wat er nu juist is. Voor wat betreft voorwaarde b sluit spreker zich bij de vorige sprekers aan. Voorts merkt Spreker op dat het Ministerie een subsidie toekent in het kader van de uitbreiding van arbeidsplaatsen en vraagt of het Miniserie de subsidie ieder jaar zal blijven verstrekken -Met-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 87