-2-
Nadat de E.N.P.C. zich met een aantal voorwaarden, betreffende
het gebruik van het lokaal en o.a. de inrichting van een parkeer
plaats, accoord had verklaard, is de bouwvergunning op 20 mei
1973 verleend.
Ons hebben geen klachten bereikt over de aanwezigheid en het
gebruik van het paraspringterrein of de handelwijze van de leden
van de E.N.P.C., totdat op 10 september 1980 in het Brabants Nieuws
blad een artikel werd geplaatst naar aanleiding van bezwaren van
bewoners van het Gors.
Op 13 oktober 1980 is een door 38 personen ondertekend bezwaar
schrift ingediend, waarin als bezwaren worden genoemd: lawaai
overlast, aantasting van het landschap, parkeerchaos, verkeers
veiligheid, aantasting van de persoonlijke levenssfeer, vallende
voorwerpen, foutsprongen en veiligheid,met de conclusie dat op
heffen of overplaatsen de enige afdoende maatregelen lijken te zijn.
Wij hebben aan een viertal externe instanties n.l. de Plaatselijke
Commissie voor de Ruilverkaveling Oud-Gastel - Oudenbosch, de
Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord-Brabant, de
Nederlandse Spoorwegen en de N.V. P.N.E.M., verzocht of er hunner
zijds bezwaren bestaan tegen de huidige locatie van het para
springterrein.
De Plaatselijke Commissie voor de Ruilverkaveling en de
Nederlandse Spoorwegen hebben medegedeeld dat geen bezwaar bestaat
tegen de locatie van het droppingterrein, terwijl de Gewestelijke
Raad van het Landbouwschap voor Noord-Brabant mededeelt dat de
negatieve effecten van het droppingterrein weliswaar beperkt van
aard zijn, doch situering in een gebied met een niet-agrarische
functie de voorkeur verdient. De P.N.E.M. wijst op een in 1977
voorgedane dropping in een hoogspanningslijn en deelt mede dat een
dergelijk voorval de kans van een dodelijke afloop in zich draagt.
Het bezwaarschrift is ook met het verzoek om commentaar toege
zonden aan de Rijkspolitie en de E.N.P.C.
De groepscommandant van de Rijkspolitie deelt mede dat de politie
de afgelopen twee jaar door de bewoners van het Gors slechts over twee
van de genoemde bezwaren is benaderd n.l. het hinderlijk parkeren en
de dropping in de bovenleiding.
-De-
-3-
De E.N.P.C. heeft, behalve met het gevraagde commentaar op het
bezwaarschrift, eveneens gereageerd met een handtekeningenactie,
welke is gehouden als tegenwicht tegen het bezwaarschrift van de
buurtbewoners. Op 4 december 1980 is een schrijven overgelegd, ondertekend
door 95 bewoners van het Gors e.o., waarbij wordt kenbaar gemaakt dat
de ondertekenaars geen bezwaar hebben tegen de aanwezigheid van
het paraspringterrein.
Op het bezwaarschrift van de buurtbewoners en op het schrijven
dat door de E.N.P.C. wordt aangeboden, komen 8 handtekeningen van
dezelfde personen voor.
Naar aanleiding van het bezwaarschrift zijn de bewoners van het
Gors e.o. op 9 februari uitgenodigd om hun bezwaren nader toe te
lichten. Tijdens deze bespreking hebben de aanwezige ondertekenaars
hun bezwaren en conclusies uit het bezwaarschrift gehandhaafd.
De E.N.P.C. is op 12 maart in de gelegenheid gesteld om de
standpunten nader toe te lichten. Hunnerzijds is toegezegd alles in
het werk te stellen om tot een aanvaardbare oplossing te komen.
Met betrekking tot de E.N.P.C. als vereniging kunnen wij u de
volgende gegevens verstrekken. De vereniging telt ongeveer 300 leden,
afkomstig uit een groot gedeelte van Noord-Brabant. Jaarlijks worden
80 a 100 leerlingen opgeleid voor het A-brevet, bestaande uit
8 sprongen. Ongeveer 40% van dit aantal maakt deze opleiding af. Slechts
ll'o gaat verder met de zgn. vrije val. In 1979 waren er van de
4000 sprongen ongeveer 1100 automatische openingen.
Voor de continuïteit van de vereniging is het dringend gewenst
dat over een permanent droppingterrein kan worden beschikt.
Indien de huidige locatie niet gehandhaafd kan blijven, dient een
alternatief te worden gezocht dat, volgens de E.N.P.C. op een
maximale afstand van 10 kilometer van het vliegveld, gemeten over de
weg, kan zijn gelegen, zulks uit hoofde van organisatorische en
financieel economische haalbaarheid van de vereniging.
In het ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied is het huidige para
springterrein als zodanig bestemd. Noch van de zijde van de werkgroep
ter voorbereiding van het planontwerp, noch van de zijde van de
Provinciale Planologische Commissie is van enig planologisch bezwaar
gebleken.
-De-