GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 8
Raadsvergadering d.d. 26 februari 1981.
Onderwerp: Voorstel tot ongegrond verklaren van het beroep van de heer
P.M. Bol tegen ons besluit tot weigering van een bouwvergunning.
Op 1 september 1980 heeft de heer P.M. Bol, Hertog Janlaan
9 te Sprundel, thans woonachtig Slikstraat 20, alhier, een aanvrage
ingediend voor het bouwen van een zwembad op het perceel kadastraal
bekend gemeente Hoeven, sectie G. nr. 2024, gelegen aan de Slikstraat
20.
In het geldende bestemmingsplan "uitbreidingsplan in hoofdzaak"
heeft het onderhavige perceel de bestemming Landelijk gebied I; op de
als zodanig bestemde gronden mag alleen ten behoeve van een agrarisch
bedrijf gebouwd worden.
Mede gelet op de bestemming ter zake in het ontwerp-bestemmings-
plan Buitengebied is de vergunning geweigerd.
In het beroepschrift wordt melding gemaakt van een bezwaar
van formele en materiële aard.
Voor wat het eerste bezwaar betreft, i.e. overschrijding van de
beslissingstermijn, kan met de opmerking worden volstaan, dat bedoelde
termijnen ex artikel 50 Woningwet, alleen termijnen van orde zijn
en geen fatale termijnen.
Het bezwaar van materiële aard is kennelijk gebaseerd op 2
beginselen van behoorlijk bestuur, t.w. zorgvuldigheidsnorm
en het beginsel van het opgewekte vertrouwen.
Deze begrippen behoren te worden behandeld in het kader van de
Wet Administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, op grond waar
van appellant ook een bezwaarschrift heeft ingediend.
Vervolgens schetst appellant de gang van zaken met een
subjectieve redactie.
De echtgenote van appellant oefent, het beroep uit van schoon
heidsspecialiste. Desgevraagd is van gemeentewege medegedeeld, dat
wegens het ontbreken van gebruiksvoorschriften voorshands geen be
zwaar bestond.
HOEVEN, 13 februari 1981.
-Overigens-