-26-
Ten aanzien van punt 10, verkoop van bouwgrond aan niet sociaal- of
economisch gebondenen, merkt hij op, het eens te zijn met het antwoord van
het college, maar daarbij wel te willen aantekenen dat, als dat nodig
mochten blijken, men niet moet aarzelen de regelingen voor uitgifte van bouw
grond aan te passen. Met betrekking tot punt 11, leeftijdsopbouw personeel
buitendienst, merkt hij op dat men bij het benoemingsbeleid daarmee ernstig
rekening dient te houden. Ten aanzien van punt 14, copieerapparatuur,
adviseert spreker deze te huren in plaats van te kopen.
Met betrekking tot punt 24, kosten van bestemmingsplannen, merkt spreker op,
dat het college dat bedrag nu wel concreet kan bestemmen en tijdens het
begrotingsonderzoek niet. Met betrekking tot punt 26, huurprijs percelen
Vliegveld Seppe, zegt spreker dat de huurverhogingen consequent moeten worden
toegepast en te twijfelen of dat niet met terugwerkende kracht kan geschieden.
Ten aanzien van punt 30, financieringsmiddelen, zegt spreker dat zijn fractie
eveneens van mening is dat de O.G.B. een onrechtvaardige belasting is.
Met betrekking tot punt 3, rabatten in de Past. van Breugelstraat, merkt de
heer Wijnen (V.V.D.) op, dat Veilig Verkeer Nederland in samenwerking met
het Bureau Arnhem gratis een deskundig onderzoek zal verrichten en hij
adviseert in deze te wachten op de resultaten daarvan.
Met betrekking tot punt 7, grondverwerving t.b.v. het bestemmingsplan
Bosschenhoofd, zegt de heer van Lier, te hopen dat het college het door de
fractie Gemeenschapsbelangen aangedragen alternatief snel zal kunnen ver
wezenlijken. Met betrekking tot punt 9', verkoopprijzen bouwgrond, spreekt hij
de hoop uit dat het Grondbedrijf over voldoende reserves beschikt om de
eventuele verliezen van de bestemmingsplannen op te kunnen vangen. Ten aan
zien van punt 30, financieringsmiddelen, adviseert spreker de taxaties in
het vervolg te verrichten op basis van het aantal vierkante meters.
Op een vraag van de heer Buijs (P.v.d.A.) of de heer van Lier gesproken
heeft namens de coalitie van zeven, antwoordt de heer Nuijten ontkennend.
Ten aanzien van de O.G.B. merkt de heer Buijs (P.v.d.A.) op, dat hij voor
stander is van het heffen van een belasting naar draagkracht, maar dat men
in deze echter te maken heeft met het beleid van het Rijk. Met betrekking
tot punt 3, rabatten in de Past. van Breugelstraat, wijst spreker op de grote
noodzaak van een goed wegdek en dat dat alleen kan worden gerealiseerd door
een gesloten wegdek. Spreker zegt dat men zich in deze niet moet baseren op
oude contracten, maar dat men met de nutsbedrijven in de slag moet gaan en
bereid moet zijn een bijdrage te leveren in de extra kosten die misschien
eens in de 20 of 30 jaar gemaakt moeten worden. Ten aanzien van punt 9,
verkooprijzen bouwgrond, zegt spreker, dat de reserves van het Grondbedrijf
niet meer mogen worden aangetast, omdat men deze hard nodig zal hebben om
de te verwachten verliezen op te vangen.
-Met-
-27-
Met betrekking tot punt 19, kosten van "St. Frans", zegt de heer Kerstens. namen
zijn fractie, dat de fanfare St. Caecilia in Hoeven, de opleiding van leer
lingen ook door "St. Frans" liet verzorgen, maar dat men daarvan is afgestapt
vanwege de enorm hoge kosten. Spreker vraagt om gedegen en uitgebreide
informatie over het functioneren van "St. Frans" en hoe men tot het subsidie
bedrag is gekomen.
De heer Buijs (P.v.d.A.) deelt mede dat de fanfare een jeugdorkest heeft dat als
voorportaal dient voor de fanfare en dat "St. Frans" wordt gezien als voor
portaal voor dat jeugdorkest. Spreker zegt dat het doel van "St. Frans" anders
is dan van de fanfare, omdat deze laatste behoefte heeft om iemand zo vlug
mogelijk klaar te stomen.
De voorzitter deelt met betrekking tot punt 17, grondverwerving t.b.v.
bestemmingsplan Bosschenhoofd, mede, dat onteigening alleen kan plaatsvinden
op basis van een goedgekeurd bestemmingsplan en dat tegen een alternatief plan
ook bezwaren kunnen worden ingediend waardoor men weer in de problemen komt.
Met betrekking tot punt 19, kosten van "St. Frans" merkt spreker op dat de
subsidie is gebaseerd op 61 1/4 uur. Met betrekking tot punt 21, kosten van
sportaccommodaties, verleent de voorzitter het woord aan de heer de Rijck.
De heer de Rijck verwijst naar de toelichting op de begroting en hij zegt
dat de conclusie van de heer Koevoets dat er op de sporthal winst wordt ge
maakt onjuist is. Spreker zegt dat de uitkering lager onderwijs alleen maar zo
heet, omdat de gegevens waarop die uitkering steunt allemaal onderwijsgegevens
zijn en dat de financiële verhoudingsregeling de bedoeling heeft een bepaald
bedrag uit de rijksmiddelen af te zonderen voor de gemeenten en deze zo
objectief mogelijk over die gemeenten te verdelen, waarvoor men zoveel mogelijk
gemeenschappelijke factoren zoekt o.a. het aantal inwoners en woningen.
Spreker zegt dat de uitkering lager onderwijs gebaseerd is op het aantal les
lokalen, het aantal gymnastiekuren en het aantal leerlingen, omdat al deze
factoren in iedere gemeente voorkomen, maar dat deze uitkering niet tot doel
heeft de kosten van het onderwijs te dekken. Ten aanzien van punt 30,
financieringsmiddelen, deelt spreker mede, dat een belastingniveau in een
gemeente niet alleen bestaat uit de O.G.B. en dat er ook gemeenten zijn die
rioolrechten heffen, o.a. de gemeente Oudenbosch en waar daarnaast nog
hondenbelasting moet worden betaald. Spreker zegt dat de opbrengst van de
O.G.B. in hoge mate afhangt van wat men aan opbrengsten verloren heeft door
afschaffing van de grond-, personele-, straat-, en rioolbelasting en ook van
andere inkomsten van de gemeente, alsmede van het voorzieningenpakket, het
wegennet e.d. Spreker zegt dat de O.G.B. juist bedoeld is om de gemeenten in
staat te stellen een eigen beleid te voeren en dat gemeenten die over minder
voorzieningen beschikken minder O.G.B. heffen.
-Tenslotte-