-2- Inmiddels werd op aanbeveling van de N.V. Waterleidingmij aan de n.v. K.I.W.A. verzocht prijsopgave te doen voor het uitvoeren van een onderzoek naar de omvang van de verontreiniging. K.I.W.A. raamde de kosten op 12.500,exclusief B.T.W. en eventueel bijkomende kosten; de werkelijke kosten zouden op basis van nacalculatie in rekening worden gebracht. Gezien de hoogte van de geraamde kosten zagen wij uit naar andere mogelijkheden voor het doen uitvoeren van dat onderzoek, waarbij de gedachten uitgingen naar de gewestelijke bijstandsregeling technische milieuzorg en naar de provinciale milieudienst. Eerst genoemde dienst deelde terstond mee, daartoe niet in staat te zijn, maar van de zijde van de provincie werd geantwoord dat daartoe wel mogelijk heden aanwezig waren, maar dat dit schriftelijk moest worden voorgelegd. Uiteindelijk werd toch de (telefonische) mededeling ontvangen dat de provincie niet over de technische mogelijkheden beschikt om het onderzoek in te stellen, en werd aangeraden een terzake deskundig adviesbureau in te schakelen. Naar aanleiding van die mededeling hebben wij daarop aan het Ingenieursbureau "Oranjewoud" b.v. te Oosterhout verzocht prijsopgave voor het instellen van dat onderzoek te doen. De uitgebrachte offerte omvat een onderzoek, dat bestaat uit een terreinonderzoek (waarbij boringen worden verricht en grond- en grondwatermonsters worden genomen) en een laboratoriumonderzoek (waarbij analysering van grond- en grond- watermonsters plaats vindt). De uitwerking van de verkregen gegevens mondt uit in een eindverslag met advies over de eventueel te treffen maatregelen. De offerte (die in het agendadossier voor u ter inzage ligt) beloopt een bedrag van 8.400,exclusief B.T.W. en omvat tevens de advisering over de mogelijkheden ter verkrijging van subsidie in de kosten van het onderzoek. Afhankelijk van de urgentie van het geval bestaat n.l. ter uitvoering van de onlangs van kracht geworden Interimwet Bodemsanering de mogelijkheid een rijksbijdrage in de kosten te krijgen. Wij zullen dan ook trachten een zo hoog mogelijk subsidie te verkrijgen en hebben daartoe dit geval reeds bij gedeputeerde staten voor opname in het saneringsprogramma aangemeld. Los daarvan hebben wij nog aan de N.V. Waterleidingmij "N.W.Brabant" verzocht of zij, gelet op de belangen die zij bij dit geval heeft, bereid is het kostenbestanddeel dat niet voor subsidie in aanmerking komt, voor haar rekening te nemen. Bij brief van 24 november j.l. deelde de waterleidingmij evenwel mee, dat zij het in dit stadium niet verantwoord acht om op voorhand toe te zeggen de niet subsidiabele kosten voor haar rekening te nemen. -Wij-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 362