-16- Spreker zegt dat het college het billijk acht dat die verkoopvoorwaarden worden aangepast aan de huidige omstandigheden en hij zegt toe dat het college de raad terzake een voorstel zal doen. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat, gelet op de enorm gestegen grond prijzen sinds 1975, er best reden is om die 5?ó-regeling ter discussie te stellen. Spreker zegt bewondering te hebben voor het vele werk dat de initiatief-nemers hebben verricht en dat het college het voorstel moet toetsen op de werkbaarheid daarvan, zodat er een voorstel komt dat in de praktijk goed functioneert. De heer Buijtendijk (V.V.D.) vraagt aan de heer Kerstens- welke zeven raads leden hij bedoelt. De heer Kerstens deelt mede dat zijn fractie zich deze week heeft aange sloten bij het C.D.A., evenals de fractie van Eekelen en de fractie Nuijten. De voorzitter deelt mede dat het initiatief-voorstel de behandeling krijgt conform het reglement van orde. Spreker zegt dat het college graag de op dracht aanvaardt, maar dat het echter wat verder wil gaan en van deze ge legenheid gebruik wil maken om de hele verordening door te lichten om te bezien of er wellicht meerdere wijzigingen moeten worden aangebracht. Voorts deelt hij mede dat het erg moeilijk zal zijn om terzake reeds een voorstel in de vergadering van 19 november a.s. te behandelen en dat hij daarom aanneemt dat er geen bezwaren bestaan dat de zaak enige tijd wordt uitgesteld, omdat er momenteel toch geen grondverkopen aan de orde zijn. De heer Buijtendijk (V.V.D.) wijst dit laatste ten stelligste af en zegt dat het initiatief-voorstel aan de eisen voldoet en het daarom conform het reglement van orde in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde moet worden gesteld. Spreker zegt dat zijn fractie daaraan vasthoudt en dat hij het helaas eens moet zijn met het feit dat het eerst in de volgende vergadering aan de orde kan komen. Spreker zegt dat er ruimschoots aan de termijn van 10 dagen wordt voldaan en dat het college voldoende tijd heeft om dit concrete voorstel aan een studie te onderwerpen. De voorzitter zegt dat dit wat het artikel 7 betreft zeker waar is, maar dat het college zich afvraagt of het wel zinvol is om alleen ten aanzien van dat artikel met een voorstel te komen, terwijl-de meerderheid van de raad toch vraagt om een voorstel over de algehele verordening. -17- De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat de voorzitter een nieuwe uitleg geeft aan het reglement van orde en hij zegt vast te houden aan een behandeling van het initiatief-voorstel in de raadsvergadering van 19 november, omdat het onderwerp niet zo ingewikkeld is dat de voorbe reiding van een voorstel maanden moet duren. De voorzitter haalt hierna artikel 30 van het reglement van orde aan waarin staat dat ieder lid het recht heeft om voorstellen te doen, welke voorstellen in afschrift worden medegedeeld aan de leden van de gemeenteraad, terwijl zij bovendien ter advisering kunnen worden doorge geven aan de commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders, welke speciaal belast is met het onderwerp. Nadat de voorstellen zijn afgehandeld in de vergadering van' burgemeester en wethouders worden zij in de vergadering van de raad ter tafel gebracht. Spreker concludeert dat er niet wordt gesteld dat de zaak in de eerstvolgende vergadering moet worden gebracht. Spreker zegt dat men er van op aan kan dat er in deze de meeste spoed wordt betracht. De heer van Lier adviseert daar toch wat meer tijd voor te nemen, omdat ook de voorbereiding nogal wat tijd vergt, temeer daar de behandeling van de begroting voor de deur staat. Spreker pleit voor een algehele doorlichting van de algemene verkoopvoorwaarden hetgeen niet op zo'n korte termijn kan geschieden. De heer Koevoets zegt geen voorstel van de 7 andere raadsleden te aan vaarden, omdat het niet conform het reglement van orde is ingediend. Spreker pleit voor uitsluitend aanpassing van artikel 7 overeenkomstig het initiatief-voorstel. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat men goed moet beseffen dat de V.V.D.-fractie en de fractie Gemeenschapsbelangen een zaak hebben uitgezocht en met een concreet voorstel zijn gekomen en dat het niet past om dat voorstel weg te schuiven, omdat er zich toevallig zeven raadsleden hebben verenigd en met een onvolledig voorstel gekomen zijn. Spreker zegt dat de indieners van het initiatief-voorstel het recht hebben om overeenkomstig hun wensen te worden behandeld. De voorzitter antwoordt hierop dat,dit inderdaad, zal gebeuren, maar dat het college van mening is dat het aanbeveling verdient om deze verordening, waarmee al 5 jaar wordt gewerkt, eens aan een nadere be schouwing te onderwerpen. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 330