-14-
"In het verleden stond in artikel 7: het terrein zal voor het passeren van
"de notariële akte, namens burgemeester en wethouders worden uitgezet. Bij
"over- en ondermaat, blijkend na opmeting door de landmeter van het kadaster,
"zal geen herrekening plaatsvinden, tenzij het verschil tussen de opgegeven
"maat en het verkochte meer dan 5?ó bedraagt, in welk geval herrekening zal
"plaatsvinden op basis van het totale verschil. Dat houdt dus in dat wanneer
o
"iemand 500 m grond koopt en hij krijgt een meter minder dan die 5% dat hij
"deze dan moet betalen, maar als hij een meter meer krijgt hij dan zijn geld
"terugontvangt. Om die grote verschillen weg te werken willen wij dat
"artikel 7 gelezen wordt als volgt: Het terrein zal vdór het passeren van de
"notariële akte namens burgemeester en wethouders worden uitgezet. Bij over-
"en ondermaat, blijkend na opmeting door de landmeter van. het kadaster,
"zal herrekening plaatsvinden op basis van de werkelijke aanwezige vierkante
"meters"
De voorzitter merkt op dat er geen vragen zijn gesteld maar informatie is
gegeven en dat deze informatie juist is, maar dat er wel steeds is ge
handeld overeenkomstig de verordening, zoals de raad die zelf heeft vast
gesteld en conform door het college is uitgevoerd. Spreker zegt dat er
inderdaad veel onderzoek is verricht, maar dat het wel opvalt dat er
2 2
voor 18.161 m is betaald en voor 18.024 m is ontvangen, zijnde een ver-
2
schil van 137 m hetgeen slechts 3/4?ó is.
Spreker zegt dat het totale verschil derhalve niet zo erg groot is. Ten
aanzien van het ingediende initiatief-voorstel merkt spreker op, dat daarover
in deze vergadering geen besluit kan worden genomen, omdat een dergelijk
voorstel ingevolge het reglement van orde 10 dagen tevoren moet zijn
ingediend, waarbij er gelegenheid moet zijn om ambtelijke adviezen te
verkrijgen en eventueel ook de betreffende commissie te horen. Spreker
zegt dat het initiatief-voorstel weliswaar aan de eisen voldoet, maar dat
het thans niet behandeld kan worden. Spreker zegt dat het inderdaad ook
juister zou zijn dat het college de gelegenheid krijgt om het geheel te be
kijken en met voorstellen te komen.
De heer Kerstens houdt het volgende betoog: "Ik spreek namens zeven
"gemeenteraadsleden en die zeven gemeenteraadsleden, die staan welwillend
"tegenover het verlagen varr het verrekeningspercentage. Het tijdstip
"van invoering dient echter gelegd te worden bij de gronduitgiften van de
"nieuwe bestemmingsplannen. Het vast te stellen percentage willen wij eerst
"op zijn merites bekijken.
-Het-
-15-
"Het is te belangrijk om op dit moment onvoorbereid een dergelijk be-
"sluit te nemen. Wij stellen dan ook voor dit initiatief-voorstel
"te vervangen door een voorstel van zeven gemeenteraadsleden die
"B. en W. graag de opdracht willen geven de hele verordening tot verkoop
"van bouwgronden aan een studie te onderwerpen en zo mogelijk tot ver
fijning en een betere benadering van de verschillen te komen".
De heer Koevoets vraagt of in de praktijk steeds aan artikel 7 van de
algemene verkoopvoorwaarden werd voldaan, in die zin dat de percelen
voordat de notariële akte werd gepasseerd, inderdaad werden uitgezet
en indien zulks niet is geschied of de betrokkenen dan alsnog de moge
lijkheid hebben om de kosten te verhalen.
De voorzitter antwoordt hierop dat de raad bouwgrond verkoopt en dat de
raadsbesluiten de oppervlakten plus minus vermelden, evenals de
notariële akte. Spreker zegt dat de inmetingen, gelet op het eind
resultaat, nog niet zo slecht zijn geweest.
De heer Koevoets merkt op dat het daar niet om gaat, maar dat in de
praktijk blijkt dat de ene koper gratis grond heeft gekregen en de
andere te veel heeft betaald.
De voorzitter deelt mede dat het college het niet onredelijk vindt dat
de 5?ó-regeling wordt veranderd en dat het zich daar zeker over zal
beraden. Spreker zegt dat het initiatief-voorstel conform het reglement
van orde aan de raadsleden zal worden toegezonden en in de commissie
vergadering behandeld zal worden, waarbij overeenkomstig het verzoek
van de heer Kerstens de hele verordening zal worden doorgelicht,
waarna aan de raad een voorstel gedaan zal worden.
De heer Koevoets vraagt wat de betreffende kopers thans kunnen doen
en of hij er van op aan kan dat de percelen vóór het passeren van de
notariële akte waren uitgezet.
De voorzitter antwoordt hierop dat er conform de algemene verkoop
voorwaarden is gehandeld en dat de oppervlakten door inmeting op de
kaart zoveel mogelijk zijn benaderd.
Sprëke'r zegt dat de kopers de voorlopige koopakten hebben ondertekend
en akkoord zijn gegaan ook met die 5?ó-regeling.
Voorts zegt hij dat zowel het raadsbesluit die bepalingen bevat, hetgeen
door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd als de notariële akte en dat
de aangegane overeenkomsten derhalve bindend zijn.
-Spreker-