-34-
De heer Bol zegt dat hij een vertegenwoordiging vanuit de raad meer ziet als
een formaliteit omdat de gemeente zich ten opzichte van de buitenwereld
niet afzijdig kan houden bij de organisatie van de festiviteiten.
Spreker zegt dat er geen sprake is van een vinger in de pap te willen
hebben.
De heer Koevoets vraagt wat het college voornemens is te gaan betalen
als subsidie en dat het ook voor de Stichting belangrijk is dat zij
weet 0ver hoeveel geld men kan beschikken. Spreker zegt van mening te
zijn dat de Stichting haar werk wel kan doen zonder dat daarin raadsleden
zitting hebben. Spreker zegt te hopen dat er op een behoorlijke kosten-
basis een gezellig en goed feest kan worden georganiseerd voor de gehele
bevolking.
De voorzitter deelt mede dat het niet bekend is dat er al met de film
een aanvang is gemaakt en als dat al zo is dat de filmclub dat dan
voor eigen risico doet. De voorzitter zegt dat de heer Buijtendijk
(V.V.D.) fout zit waar hij zegt dat door spreker het programma wordt
gemaakt.
Spreker zegt dat hij alle gelegenheden heeft aangegrepen om het
particulier initiatief te stimuleren, daarbij de lijn volgend van de
besluitvorming van de raad naar aanleiding van de beantwoording van de
vragen bij de algemene beschouwingen, waarmee de raad akkoord is gegaan.
Spreker zegt dat als de raad toen had besloten dat er vanuit het gemeente
bestuur een comité gevormd had moeten worden het dan anders had ge
lopen. Spreker zegt dat tijdens de braderie een gesprek heeft plaats
gevonden met de voorzitter van de middenstand en dat deze heeft gezegd
die organisatie wel ter hand te willen nemen, waarbij hij verzocht
om wat losse gedachten over de viering. Spreker zegt dat die losse ge
dachten niet alleen van hem afkomstig zijn maar ook van het secretarie-
personeel en dat het niet bekend is in hoeverre een en ander ook inderdaad
gerealiseerd zal worden. Spreker zegt wel gevraagd te zijn om in het bestuur
zitting te nemen, maar dat hij dat niet heeft willen doen omdat de raad
had besloten dat in deze het particulier initiatief moest prevaleren.
Spreker zegt dat als er een vorm gekozen zou kunnen worden waarbij het
gemeenschapsleven1 gepresenteerd wordt het wellicht niet zo'n duur feest
hoeft te worden en dat in deze de opmerking van de heer Buijs (P.v.d.A.)
dat de Stichting het centraal orgaan wordt bij het coördineren van de
activiteiten zeer juist is.
-Spreker-
-35-
Spreker zegt dat de Stichting de notulen van de vergaderingen steeds over
legt, dat de losse gedachten inderdaad binnen het college zijn besproken
en dat het college er mee akkoord is gegaan dat die gedachten aan het
Stichtingsbestuur zouden worden doorgegeven en dat wethouder Frijters in
deze volkomen gelijk had, zij het dat die gedachten ook van anderen afkomstig
zijn.
Spreker zegt dat de contacten tussen de Stichting en het gemeentebestuur
erg goed zijn en dat deze nog zullen verbeteren als de raad straks dient te
oordelen over het programma. Spreker zegt dat de buitenwereld positief
zal reageren als het besluit van de raad op een juiste wijze bekend wordt
gemaakt. Spreker zegt nog geen indicatie te kunnen geven over de hoogte van
de totale subsidie, maar dat het Stichtingsbestuur wel is gevraagd
zo goedkoop mogelijk te werk te gaan, waarbij van een presentatie van het
gemeenschapsleven iets fijns te maken is zonder dat het veel geld hoeft te
kosten, terwijl bovendien is gevraaqd te proberen particuliere bronnen
aan te horen.
Spreker verwijst naar andere gemeenten waar dergelijke festiviteiten zijn
gevierd en waar de kosten varieerden tot boven 100.000, maar dat er
ook gemeenten zijn die een prachtig feest gevierd hebben op basis van dezelfde
gedachten als Hoeven momenteel heeft, en waar de kosten erg zijn meegevallen.
Hierna stelt spreker voor over te gaan tot stemming over het amendement.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) deelt mede dat hij, gelet op de reacties binnen
de raad, het amendement intrekt. Daarbij deelt hij mede dat hij 100?ó staat
achter het doel van de Stichting, maar dat hij ten aanzien van de tot nu toe
gevoerde procedure toch wel ernstige bedenkingen heeft.
De voorzitter zegt dat dat laatste ten onrechte is, omdat de lijn van het
raadsbesluit is doorgetrokken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
Sluiting.
De voorzitter verwijst naar het eerder qenomen besluit om de E.N.P.C. uit te
nodigen voor een gesprek met de raad, waarbij ook de actiegroepen pro en contra
zullen worden uitgenodigd. Spreker zegt er van uit te gaan dat de raadsleden
daarbij'allen zoveel mogelijk aanwezig zullen zijn en dat het de bedoeling
is dat er die avond alleen informatie wordt verstrekt zonder discussies
en dialogen.
-Spreker-