-2- Naar aanleiding van de notulen dankt de heer Buijs (P.v.d.A.) het college voor de verkregen informatie inzake de financiering van het tekort van de Stichting Buurthuis- en Opbouwwerk en hij zegt dat deze informatie voor hem voldoende was om in te stemmen met een een malige dekking van dat tekort ten laste van de begroting 1980. 3.Ingekomen stukken. Zonder hoofdelijke stemminoworden de ingekomen stukken, vermeld onder 1 en 2, voor kennisgeving aangenomen. Ten aanzien van de ingekomen stukken nummer 3 en 4 merkt de heer Koevoets op dat zijn fractie het nuttig zou vinden dat de ondertekenaars van brief nummer 3 ook bij het overleg met de para's worden betrokken. Spreker zegt geschrokken te zijn van het feit dat er 104 mensen toch weinig moeite hebben met de para's en hij spreekt zijn verontwaardiging uit over het feit dat de zogenaamde achtergrond-informatie eerst gekomen is nadat de raad terzake een besluit had genomen en dat thans blijkt dat uiteindelijk slechts 3 mensen aan het Gors tegen de E.N.P.C. zijn. Spreker zegt van mening te zijn dat de raad is beetgenomen en dat het daarom nuttig zou zijn dat de raad na zou qaan of wel een verantwoord besluit is genomen. De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op het voorstel van de heer Koevoets te ondersteunen, maar dat dan ook de tegenstanders van de para's uitge nodigd moeten worden en dat hij bij de heer Koevoets twijfels bemerkt over het raadsbesluit. Spreker citeert uit de Jumpeleur van de E.N.P.C. het volgende: "Als een aantal planten in een plantenbak één plant ver dringen, omdat alle planten groeien, kun je die ene plant laten stikken "of afknippen, maar je kunt die ene plant er ook voorzichtig uithalen "en in een andere pot zetten. Dat is nou precies wat we met de E.N.P.C. "gaan doen". Spreker zegt dat deze beeldspraak de situatie precies typeert en dat de situatie zich aldaar in de loop van de tijd heeft veranderd door bijvoorbeeld toename van de bebouwing en het aantal inwoners, alsmede de samenstelling daarvan, de veranderde maatschappelijke opvattingen over overlast en geluidshinder e.d., waardoor een gedeelte van de bevolking zich pro en contra de para's uitspreekt. Spreker verwijst naar hetgeen naar voren kwam tijdens de hoorzitting en zegt dat men daar niet aan mag voorbij gaan en hij zegt dat het gedeelte van de bevolking wat zich tegen de para's heeft uitgesproken voor hem groot genoeg is om achter het raads besluit te blijven staan, alsook dat de para's dit zelf ook hebben onder kend Spreker zegt dat de gemeente wel alles moet doen om de para's aan een nieuw terrein te helpen. -De- -3- De heer van Lier sluit zich bij de woorden van de heer Buijtendijk (V.V.D.) aan en ook hij verwijst naar de Jumpeleur waarin staat dat de E.N.P.C. hoe dan ook blijft bestaan. Spreker zegt dat het bestuur nog een hele lijst van mogelijkheden heeft en dat hij zich daarom afvraagt waarom het de raad in deze zo hardnekkig blijft vervolgen. Spreker verwijst naar de brief van de heer van Batenburg waarin de bedreiging staat dat de raadsleden moeten denken aan de verkiezingen en hij zegt dat hij geen bedreiging uit de weg gaat. Spreker zegt dat er een democratisch unaniem besluit is genomen en dat zijn fractie zich niet laat leiden door agitatorisch geschrijf. Spreker zegt niet in te zien waarom die bewonersgroep bij het gesprek met de para's aanwezig moet zijn, omdat het gaat om de vraag hoe de para's geholpen kunnen worden en dat er in de gemeente Rucphen mogelijkheden zijn voor de E.N.P.C., zodat ze op een goed overbrugbare afstand van het vliegveld hun sport kunnen beoefenen. Spreker zegt dat de gemeente Hoeven in deze Rucphen kan adviseren en dat ook Achtmaal de para's graag ziet komen. De heer Bol zegt het te betreuren dat de lijst met handtekeningen niet een maand eerder aanwezig was en dat daarop namen voorkomen van mensen die vlak bij het springterrein wonen. De heer Buijs (P.v.d.A.) zegt dat de raad op basis van feiten en situaties een besluit heeft genomen. Spreker zegt dat tijdens de hoorzitting zodanige feiten naar voren zijn gekomen, dat er van ontoelaatbare overlast sprake is en dat hij het wat dat betreft eens is met de ontwerp-antwoordbrief van het college. Voorts zegt spreker dat men soms een beslissing moet nemen tegen de meerderheid in het belang van de minderheid. Spreker zegt achter het besluit te blijven staan en ook erg veel moeite te hebben met de toon van beide brieven, omdat de raad daarin wordt beschuldigd van slecht bestuur. Spreker zegt wel bereid te zijn met alle betrokkenen te spreken. De heer Broos vraagt wat men aan dat raadsbesluit kan doen en zegt dat nu blijkt dat de raad niet goed is geïnformeerd. Spreker zegt dat nu ook die 104 ondertekenaars gelegenheid moeten krijgen om hun zaak te verdedigen en dat men geen vereniging moet wegjagen op grond van onjuiste informaties. De heer Koevoets stelt voor de ondertekenaars van de brief van de heer van Batenburg uit te nodigen bij het gesprek met de para's. De heer Buijtendijk (V.V.D.) ondersteunt dit voorstel. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 294