-2- 2. Aan de E.N.P.C. zijn een aantal aanvullende voorwaarden opgelegd, welke bij het gebruik van de huidige lokatie in acht dienen te worden genomen. Deze voorwaarden, welke ook in het prae-advies d.d. 20 maart 1981 zijn genoemd hebben betrekking op de inrichting en het gebruik van de parkeerplaats, de schaderegeling en de melding van landingen buiten de droppingzone. De maandelijkse overzichten van het aantal sprongen en de regeling van de schade's, zijn voor u in de informatieportefeuille ter inzage gelegd. 3. Aan een aantal gemeentebesturen en ruilverkavelingscommissies is medewerking verzocht indien op hun grondgebied mogelijkheden voor de realisering van een permanent springterrein aanwezig zijn. - De gemeente Oudenbosch deelt mede dat binnen de gemeente geen geschikte lokatie aanwezig is. - De gemeente Oud- en Nieuw Gastel ziet thans geen mogelijkheid tot het vinden van een geschikte lokatie. - De gemeente Roosendaal en Nispen beschikt niet over een lokatie die in aanmerking zou kunnen komen voor een paraspringterrein, terwijl ook geen mogelijkheden voorhanden zijn een dergelijk gebeuren verantwoord in te passen. - De gemeente Etten-Leur deelt mede geen vervangende lokatie te kunnen aanbieden. - De gemeente Rucphen is principieel niet tegen het verlenen van medewerking, doch eventuele locatievoorstellen zullen zeer kritisch worden bezien, gelet op de in het verleden opgedane ervaringen. - De voorbereidingscommissie voor de ruilverkaveling Etten-Leur - Rucphen deelt mede dat medewerking bij het totstandbrengen van een paraspringterrein alleen kan bestaan uit medewerking bij uitruil van verworven gronden in het kader van het plan van toe deling. Dit plan zal echter pas rond 1990 gereed zijn. - De plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling Nispen-Schijf deelt mede dat het zoeken naar een bestemming van een para springterrein geen ruilverkavelingsaangelegenheid is. -4.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 244