- I -2- Deze inhouding is procentueel en gedifferentieerd en zal plaats vinden bij het maandelijks berekenen van de bezoldiging van bruto naar netto. Bij schrijven van 2 juni 1981 heeft de minister van binnenlandse zaken mededeling gedaan van de wijziging van de financiële arbeids voorwaarden per 1 juli 1981 en de toekenning van een uitkering- ineens over het eerste halfjaar 1981. Op grond van de loonontwikkelingen in het bedrijfsleven zal aan het overheidspersoneel in het kader van het trendbeleid per 1 juli 1981 een algemene salarisverhoging worden toegekend van 3,73%, waarvan 3,23% met een minimum-bedrag van 63,25 voor de volwassenen. Voor de jeugdigen zal dit bedrag naar rato worden verminderd. Op de totale verhoging zal de zesde (en tevens laatste) korting in het kader van Bestek '81 worden toegepast. In genoemde verhoging van 3,73% is een verhoging van 0,5% begrepen welke, gezien de ontwikkelingen terzake in het bedrijfsleven, reeds per 1 januari 1981 dient te worden toegekend. Om administratief- technische redenen zal de verhoging van 0,5% over het eerste half jaar 1981 daarom door middel van een uitkering-ineens worden gehonoreerd. Daarbij zal tevens een bedrag van 0,85 per maand worden verrekend in verband met teveel verhaalde pensioen bijdrage. Per 1 juli 1981 zijn de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de premie ingevolge de Werkloosheidswet verhoogd, zodat er een koopkrachtvermindering optreedt voor de particuliere werknemers. Om de koopkracht van de ambtenaren parallel te laten lopen aan die van de particuliere werknemers zullen de inhoudingspercentages van het Inhoudingsbesluit overheidspersoneel 1981 per diezelfde datum worden verhoogd. De minister heeft ons verzocht aan de hand van de bescheiden de totstandkoming van deze voorzieningen te bevorderen ten be hoeve van het personeel van onze gemeente en uitvoering te geven aan de "Inhouding 1981" ten aanzien van het personeel van onze gemeente -Ten-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 229