- - van de voorschriften: Op de tot openbaar groen bestemde gronden "mogen uitsluitend de bij de openbaar groen behorende bouwwerken "geen gebouwen zijnde worden gebouwd, zoals een monument, een "bank, een afvalbak, wegwijzersspeelwerktuigen.Spreker zegt dat alhoewel er niet over verharding wordt gesproker. er rondom een monument of onder en rondom speelwerktuigen toch wei verharding moet worden aangebracht en dat op deze wijze de afwijking kan worden geïnterpreteerd. De heer Bui.is (P.v.d.A.) merkt op dat als bewoners bezwaar maken tegen dergelijke afwijkingen men zich dan strikt aan de voor schriften dient te houden. Spreker zegt dat er in het onderhavige geval best wel onderhoudsvrije beplanting kan worden aangebracht. Spreker adviseert om met de bewoners aldaar contact op te nemen en na te gaan wat zij qua invulling het prettigst vinden. Wethouder van Eekelen deelt mede, dat als er daar conform het bestemmingsplan moet worden gewerkt er grond zal moeten worden verworven, omdat het verkavelingsplan niet voldoende ruimte biedt. De voorzitter zegt toe dat zal worden bekeken wat er aan deze situatie kan worden gedaan. Hierna stelt de voorzitter het ingekomen stuk nummer 4 aan de orde en deelt hij mede dat het college de problematiek die door de V.V.D.-afdelingen Hoeven en Oudenbosch is aange dragen onderkent en dat het bij Gedeputeerde Staten al vele malen heeft gerappeleerd over een uitspraak inzake het studie tracé dat in het ontwerp-streekplan werd neergelegd. Spreker zegt dat daarmee én de ontsluiting van Oudenbosch een rol speelt én de ontsluiting van Hoeven, alsook de verkeersveilig heid tussen de gemeenten Hoeven, Oudenbosch en Oud-Gastel. Spreker zegt dat het college toch een paar kanttekeningen heeft moeten plaatsen bij de oplossing die de betreffende V.V.D.-afdelingen hebben aangedragen, vooral vanwege de doorsnijding van het poldergebied wat daarbij zou plaatsvinden. Spreker zegt dat deze kwestie ook in een breder kader is geplaatst doordat ook het Streekgewest daarop studeert. Voorts deelt spreker mede, dat het college bevreesd is voor toename van het verkeer op de provinciale weg en dat in het kader van de ruilverkaveling voor de aanleg van een nieuw tracé geen gronden kunnen worden gereserveerd. -De- De heer Buijtendijk (V.V.D.)merkt op dat dit stuk bij de ingekomen stukken moest worden geplaatst omdat het daar thuishoort en als zodanig behandeld dient te worden. Voorts merkt hij op dat de belangrijkste uitgangspunten zijn dat er weinig geld beschikbaar is voor de aanleg van wegen en dat zowel de gemeente Hoeven als de gemeente Oudenbosch met ernstige verkeersproblemen kampen. Spreker zegt dat zijn fractie in de nota ruimtelijke hoofdstructuur West-Brabant 1980 een oplossing zag voor de problematiek in een "tracering nader te bestuderen" en die een verbinding maakte tussen de rijkswegen A 58 en A 117.Spreker zegt dat daarvoor nog financiële middelen beschikbaar zijn, omdat men anders zo'n plan niet in studie neemt.Spreker zegt de problematiek bij alle instanties die daarmee te maken hebben onder de aandacht te hebben gebracht en hen te hebben gevraagd om terzake met een plan te komen en dat i*1 die zin ook aan de gemeente Hoeven medewerking is gevraagd. Spreker merkt op dat het college in haar antwoord de provincie echter alleen maar motieven geeft om dat geld maar ergens anders te besteden, maar dat daarmee de problematiek niet wordt opgelost en dat bovendien de argumenten prematuur zijn. Spreker zegt dat men om strategisch-tactisch te handelen in dit soort zaken, alleen maar moet benadrukken dat men de vinger aan de pols heeft en dat de instanties moeten worden bewogen om tot actie over te gaan, waarbij men naar gelang die plannen zich ontwikkelen eigen wensen, problemen en moeilijkheden kan toevoegen om zodoende tot een oplossing te komen. Spreker acht het een merkwaardige manoeuvre van het college dat het de gemeentelijke belangen met tegen argumenten terzijde schuift en dat hij in die zin het schrijven van het college betreurt. Spreker zegt dat de burgemeester van Oudenbosch in deze positiever reageerde en dat hij hoopt dat de brief van het college geen nadelige effecten zal hebben. De heer van Lier merkt op dat hij het niet eens is met de opmerking dat de gemeente Hoeven geen steun geeft aan de oplossing van de problemen en dat ook zijn fractie eerder heeft gewaarschuwd om geen versnipperde houding aan te nemen,maar dat juist overleg met de omliggende gemeenten tot een oplossing kan leiden. Spreker zegt dat de provinciale waterstaat op alle -plaatsen-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 200