-24- Spreker zegt dat het college niets anders kon dan het raadsbesluit uitvoeren en dat de raad via de notulen van de B. en W.-vergaderingen toch was geïnformeerd hoe het college dat raadsbesluit zou uit voeren. Spreker zegt dat er op één dag tien brieven van de heer van den Bosch zijn ontvangen en dat deze allemaal zijn beantwoord. Voorts deelt spreker mede dat een heroverweging van de boeteclausule thans niet aan de orde is en dat het college daar ook geen behoefte aan heeft. Spreker zegt dat als er inderdaad sprake is van overmacht het college zeker bereid is ontheffing te verlenen van de algemene verkoopvoorwaarden De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat er inderdaad omstandig heden kunnen zijn waardoor een bouw niet tijdig gerealiseerd kan zijn en dat een overheid sancties moet stellen op haar regelingen, maar dat deze sancties in overeenstemming moeten zijn met de mate van de overtreding, omdat het anders, zoals in dit geval, tendeert naar een extreme wraakactie. De heer Kerstens merkt op dat het hier om een boete gaat van 50.000,en dat men dan toch rekening dient te houden met de menselijke aspecten. Spreker zegt dat de heer van den Bosch best wel fouten gemaakt zal hebben, maar dat hij thans druk bezig is met de bouw. Nogmaals spreekt de heer Kerstens zijn twijfels uit over de juridisch adviseur en zegt hij zich af te vragen of de betreffende bepalingen in het verleden altijd wel werden toege past of dat het hier gaat om een oud-wethouder die op de een of andere manier toch -zal moeten boeten voor zijn beleid in de gemeenteraad. Spreker verzoekt ook thans weer de menselijke aspecten in acht te nemen en vraagt wie er te kort gedaan is door het feit dat de woning niet tijdig gereed is. Spreker adviseert de raad deze zaak verder te laten rusten. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat de raad de algemene verkoopvoorwaarden rechtlijnig dient uit te voeren en dat de rechter wel zal bepalen hoe de sanctie voor het vergrijp zal zijn. -Spreker- -25- Spreker zegt dat dit niet opgehangen moet worden aan een bepaalde persoon, maar dat de raad moet voorkomen, dat er beroep gedaan kan worden op precedenten. Spreker zegt dat het college de zaak zo nauwgezet mogelijk heeft afgehandeld. De voorzitter deelt mede dat het college zeker ontheffing zal verlenen als er sprake zou zijn van een onevenredige onmense lijke toepassing van de algemene verkoopvoorwaarden, maar dat het in dit geval juist is, dat een rechter gaat bepalen hoe de sanctie op de overtreding zal luiden. Voorts deelt hij mede dat de oppervlakten van de diverse bouw percelen verschillend zijn en dat de boete voor een duur perceel hoger is dan voor een goedkoper bouwperceel. Spreker zegt dat op 26 juni 1980 duidelijk is geworden wat het standpunt van het college in deze was en dat het college niet had mee willen werken aan een verlenging van de termijn. Spreker zegt dat de rechter de zaak nu kan toetsen. Tenslotte deelt spreker mede, dat de algemene verkoopvoorwaarden uitsluitend van toepassing zijn op bouwgrond die door de gemeente wordt verkocht. De heren Bol en Kerstens verlangen hoofdelijke stemming over het voorstel Vóór het voorstel stemmen de leden: van tier, Buijs (P.v.d.A.), Taks, Nuijten, Koevoets, Broos, van Eekelen, Frijters, Wijnen (V.V.D.), Buijtendijk (V.V.D.) en Holtzer. Tegen het voorstel stemmen de leden: Bol en Kerstens. Derhalve is het voorstel met meerderheid van stemmen aangenomen. De voorzitter deelt mede dat de heer van den Heuvel zal worden aangezocht om de gemeente bij deze rechtsprocedure bij te staan -10.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 178