Spreker vraagt waarom de vestiging 'van het woonwagencentrum niet als een apart agendapunt in deze raadsvergadering aan de orde is gesteld en tevens wat de rol is van die brief van G.S. De voorzitter antwoordt hierop dat aan de commissieleden is ge vraagd een voorkeur uit te spreken voor een lokatie en dat het college daarbij 16 lokaties had voorgelegd. Van die 16 zijn er 10 afgevallen en zijn er 6 blijven staan, waaraan de commissieleden nog eens 6 lokaties toevoegden. Spreker zegt dat er duidelijk is gesteld dat het de bedoeling was dat, als er suggesties inzake de lokaties zouden komen, deze zouden worden uitgewerkt en in de volgende commissievergaderingen aan de orde zouden worden gesteld, waarbij hopelijk zou kunnen worden bereikt dat men tot één of twee lokaties zou kunnen komen. Voorts deelt spreker mede, dat er voor elke lokatie een planologische procedure moet worden gevolgd en dat dat ook geldt als de hogere overheid een lokatie zou aanwijzen. Spreker zegt dat de overgebleven lokaties thans in bewerking zijn en dat het college hoopt om deze in de eerst volgende commissievergaderingen aan de orde te kunnen stellen. Met betrekking tot de brief die van Gedeputeerde Staten zou zijn gekomen deelt spreker mede, dat het hier gaat om een aantekening van de secretaris over een telefonische mededeling van een ambtenaar van de provinciale griffie. De secretaris citeert deze aantekening: "Op 27 mei a.s. te 10.00 "uur komen ambtenaren van de provincie naar Hoeven voor overleg "over het spreidingsbeleid voor woonwagencentra. Op 11 mei is "mij door de heer Verschuren van de griffie medegedeeld dat voor "Hoeven op een kaart zijn aangegeven de lokatie Opperstraat en als "alternatief een lokatie in de le fase van het bestemmingsplan "Bovendonk". Aan de mededeling werd toegevoegd dat de lokatie "Opperstraat niet voldoet aan de nieuwe toetsingsnormen, doch "dat deze lokatie kan worden aangehouden, omdat Gedeputeerde "Staten vódr het verschijnen van de nieuwe normen daarmede hadden "ingestemd. Indien de raad vóór 27 mei zou komen tot een aan- "wijzing van een acceptabele lokatie, wordt gevraagd de griffie "te informeren, omdat dan wellicht het ambtelijk overleg achter- "wege zal kunnen blijven". -De- -7- De secretaris voegt hieraan toe dat ook dit overleg nog gevolgd zal worden door bestuurlijk overleg. De voorzitter merkt op dat er derhalve geen sprake is van een fatale datum, maar van ambtelijk overleg dat op 27 mei plaats vindt. Spreker zegt dat dit ook in de commissievergadering nog aan de orde is geweest en dat de heer van Lier heeft gevraagd om dit ambtelijk overleg bij te wonen, waarop is geantwoord dat, als er bestuurlijk overleg plaatsvindt daar in principe geen bezwaar tegen hoeft te bestaan, maar dat dat bezwaar wel bestaat bij ambtelijk overleg. De heer Buijtendijk (V.V.D.) vraagt of deze telefonische mede deling schriftelijk wordt bevestigd. De voorzitter antwoordt hierop dat zulks niet gebruikelijk is. De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat hij niet begrijpt waar om het college wederom lokaties gaat uitwerken, omdat er zich 7 commissieleden hebben uitgesproken vóór een lokatie in de eerste fase van het bestemmingsplan "Bovendonk", zodat het college kan rekenen op een meerderheid in de raad. Spreker zegt dat de planologische procedures derhalve gestart kunnen worden, omdat er anders wederom eindeloze discussies zullen volgen en er onnodig tijd wordt verloren. De voorzitter antwoordt hierop dat het college handelt conform de afspraken. De heer van Lier merkt op dat het verslag van de vergadering van de commissie algemeen financieel beheer, ruimtelijke ordening en recreatie geen melding maakt van zijn vraag om het ambtelijk overleg bij te wonen en zegt er op te staan dat hij daarvoor wordt uitgenodigd, omdat hij daar als toehoorder bij aanwezig wil zijn. Spreker zegt ook het bestuurlijk overleg bij te willen wonen. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 169