-2-
Ten aanzien van het ingekomen stuk nummer 3, merkt de heer Buijs
(P.v.d.A.) op, dat mejuffrouw Mouwen de vergadering niet kan bij
wonen omdat zij als gevolg van haar handicap de trap niet kan be
klimmen. Spreker attendeert hierop vanwege de bezwaren die hij heeft
tegen het vergaderen in de raadszaal. Voorts vraagt spreker wat het
college op de brief van mej. Mouwen zal antwoorden en zegt van
mening te zijn dat, ondanks dat er inzake het para-springterrein een
onderzoek wordt ingesteld, er toch geargumenteerd geantwoord moet
worden. Spreker zegt dat briefschrijfster ingaat op de mate van ver
dediging van de belangen van de inwoners aan het Gors en zij stelt
voor om het paraspringterrein tijdelijk stil te leggen in afwachting
van de definitieve uitslag van het onderzoek.
Spreker zegt van mening te zijn dat de concept-antwoordbrief in de
volgende vergadering aan de raad moet worden voorgelegd en vraagt
hoe het staat met het verzoek over het alternatieve terrein voor
para-activiteiten
De heer van Lier deelt mede het met de heer Buijs (P.v.d.A.) eens te
zijn en dat de brief van mej. Mouwen niet voor kennisgeving
moet worden aangenomen. Spreker zegt dat de brief en het antwoord
daarop dienen te worden toegevoegd aan het betreffende dossier
over de para's.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat deze zaak als gevolg
van een door hem ingediend amendement in de vergadering van augustus
terugkomt in de raad. Spreker zegt dat uit de brief van mej. Mouwen
machteloosheid spreekt en dat het college daar wat slordig mee om
springt. Spreker zegt eveneens dat het college die brief moet
beantwoorden. Voorts merkt hij op het onkies te vinden dat er bij
de viering van het 23-jarig bestaan van het Bosbad para's werden
ingeschakeld, terwijl een groot deel van de bevolking concrete bezwaren
heeft tegen de parachutistenclub. Onder verwijzing naar de opgave
van de E.N.P.C. waaruit blijkt dat er 233 sprongen zijn gemaakt
waarvan 34 missprongen, merkt spreker op, dat de omwonenden inzake
die foutsprongen duidelijk andere taal spreken, want die praten over
de helft. Spreker zegt dat er in de afgelopen twee weken een
parachutist door het dak van een schuur is gesprongen, een andere
door een serre en één door laag glas.
-Voorts-
Voorts deelt spreker mede dat men uit het feit dat één van de in
woners een parachute heeft achtergehouden, kan afleiden dat er wat
onder de bevolking leeft. Spreker zegt dat hier sprake is van
overlast en inbreuk op het privé- leven en dat dit moet ophouden.
De heer Kerstens merkt op dat de heer Buijtendijk (V.V.D.) de zaak
wel erg uit zijn verband trekt en wijst op de voorlichtings
bijeenkomst van de para's, waar de bewoners van het Gors heel
andere uitspraken hebben gedaan.
De heer Buijs (P.v.d.A.) zegt dat hij de verzekering heeft gehad
van vertegenwoordigers van het wijkbestuur, dat dit soort uit
spraken niet zijn gedaan.
De heer van Lier merkt op dat deze discussie in augustus aan de
orde kan worden gesteld, maar dat het thans gaat om de brief
van mej. Mouwen.
De voorzitter merkt op dat in de brief niet om een antwoord
wordt gevraagd en dat de bewoners aan het Gors reeds over alle
informatie beschikken. Spreker zegt dat het college er geen
bezwaar tegen heeft om de informaties te verstrekken conform
het raadsbesluit van 26 maart. Ten aanzien van het alternatieve
terrein deelt spreker mede dat daaromtrent op het ogenblik nog
niets bekend is en dat de E.N.P.C. vóór 13 juli a.s. terzake
met voorstellen dient te komen. Met betrekking tot de opmerking
dat er parachutisten hebben gesprongen bij de viering van het
25-jarig bestaan van het Bosbad, deelt spreker mede, dat dit
niet aan de orde is.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat hier mogelijk een ver
klaring ligt voor de frustraties en ergenis van de inwoners en
dat het college zich daarvan bewust moet zijn.
De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op, dat hij het merkwaardig vindt
dat er geen antwoord op een brief wordt gegeven omdat dat niet
wordt gevraagd en dat iedere burger het verdient om een antwoord
te krijgen.
-Spreker-