_4-
Bij besluit van 25 mei 1973 heeft het gemeentebestuur de vergunning
geweigerd, tegen welk besluit reclamant in beroep ging. Bij het
Koninklijk Besluit van 1 mei 1975, nr. 46, heeft de Kroon uitge
sproken, dat de vergunning terecht is geweigerd, waarbij uit de
considerans duidelijk blijkt, dat de reeds bestaande woonbebouwing
mede uitgangspunt voor dit Koninklijk Besluit is geweest.
Realisering van de geprojecteerde woonbebouwing brengt hierin geen
wijziging.
Mogelijke verzwaring van de hinderwetvoorwaarden kunnen ook uit
hoofde van de reeds bestaande woonbebouwing gesteld worden,
op kortere afstand tot het bedrijf gelegen dan de diehtsbijzijnde
geprojekteerde woonbebouwing (250 a 260 m., gelet op de bebouwings-
vrije zone t.g.v. de L.P.G.-installatie)
Realisering van de geprojekteerde woonbebouwing is te verwachten
na 6 jaar of meer vanaf heden.
De uitwerking krachtens artikel 11. W.R.O. vergt overleg
met belanghebbende op welk tijdstip een definitieve afweging zal
plaatsvinden
Nu is niet te stellen dat tengevolge van uitsluitend de
geprojekteerde woonbebouwing een verzwaring van de Hinderwets-
eisen te verwachten is, voorzover na realisering van de geprojekteerde
bebouwing nog sprake zou zijn van een niet verplaatst bedrijf met
dezelfde veebezetting.
Voorzover in de toekomst werkelijk mocht blijken dat het dan
bestaande bedrijf schade lijdt tengevolge van realisering van de
geprojekteerde woonbebouwing, dan voorziet artikel 49. W.R.O.
in de daadwerkelijk geleden planschade.
Het bezwaarschrift is, gelet op het voorgaande, het belang van de
kontinuering van de woningbouw in acht nemend, ongegrond.
2. J. Hendrikse, Achter 't Hof 13, Hoeven.
Het bedrijf is gelegen ten zuiden van Achter 't Hof, alwaar reeds
7 woningen gelegen zijn, waarvan de kortste afstand tot het bedrijf
reeds 100 a 110 m. bedraagt.
-Aan-