-26- Wethouder van Eekelen merkt op het niet sympathiek te vinden dat de V.V.D.-fractie slechts een gedeelte van een brief citeert en de essentie van die brief achterwege laat. Voorts deelt spreker mede dat de firma Kapteijns geen bouwaanvrage heeft ingediend. De heer Koevoets zegt te hebben gevraagd of de bestemming van het perceel waarop de firma Mastenbroek heeft gebouwd de zelfde is als waar de firma Piketh wenst te bouwen. Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat de onderhavige bouwaanvrage betrekking heeft op een stuk grond dat later is bijgekocht. De heer Koevoets merkt op dat men dan toch met twee maten meet en dat men een kaart bij de stukken ter inzage had moeten leggen, zodat de situatie duidelijk had kunnen worden. De voorzitter deelt mede dat de hangar van Mastenbroek met vergunning is gebouwd en dat daarvoor de vereiste procedure is gevolgd. Spreker zegt dat aan de firma Kapteijns eveneens bouwvergunning verleend had kunnen worden, maar dat de plannen van de firma Piketh aanzienlijk afweken van het plan van de firma Kapteijns. De heer Koevoets merkt op.dat hem wordt gevraagd om een beroep ongegrond te verklaren, maar dat er geen tekening ter inzage lag waarop de bestemmingen van de diverse percelen bij het Vliegveld stonden aangegeven. De voorzitter deelt mede dat de bouw in strijd is met het be stemmingsplan, dat er zelfs geen mogelijkheid is om de procedure in te gaan en dat het college dat ook niet wenst te doen, omdat dan de activiteiten op het vliegveld niet in de hand kunnen worden gehouden. Spreker zegt dat er gewacht moet worden tot het bestemmingsplan aldaar is vastgesteld en dat het college dit een -reëel- -27- reëel standpunt vindt, dat binnen de begrenzing van de motie van de gemeenteraad blijft. De heer Koevoets deelt mede met het voorstel akkoord te kunnen gaan, maar dat het hem er om gaat dat een ander daar wel een hangar heeft mogen bouwen. Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat de raad in deze een motie heeft aangenomen waarbij werd uitgesproken dat de bouwactiviteiten op het vliegveld moest worden beperkt. De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat het college op 8 oktober niet kan schrijven dat er tegen het bouwen van een hangar geen bezwaar bestaat en twee maanden later mededelen dat het bouwplan in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. In die tussenliggende periode zijn er besprekingen gehouden waarin de directeur van de NV. Vliegveld Seppe, zich nadrukkelijk verklaart vóór de voorgenomen plannen en eirWordt zelfs over fasering van de plannen gesproken. Spreker verwijst naar het bezoek van de raad aan het vliegveld waarbij werd gesteld dat er met de betreffende gronden niets zou gebeuren, omdat dat allemaal nog moet worden bekeken. Spreker zegt dat daarna die motie is gekomen en dat het college er zich op beroept dat het bouwplan is afgewezen wegens strijd met de motie, maar dat het wel op 8 oktober heeft medegedeeld dat er geen bezwaar bestaat tegen het bouwplan. Spreker zegt dat de voorzitter met de firma Piketh in bespreking is gegaan en de plannen verder heeft geconcretiseerd, maar dat toen deze ziek werd de loco-burgemeester besloot dat het bouwplan in strijd was met het vigerende bestemmingsplan, maar dat .dat op 8 oktober aan de firma Piketh medegedeeld had moeten worden. Spreker zegt dat er tegen beter weten in gewoon doorgegaan wordt met de ontwikkelingen op het Vliegveld, ondanks de motie van de raad. Voorts deelt spreker mede dat het college de firma Piketh inmiddels wel op kosten heeft gejaagd en dat hier sprake is van een puur slecht beleid. -Spreker-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 134