-18- nieuwe ontwerp-streekplan heeft nog geen kracht van gewijsde, zodat men rekening dient te houden met het vigerende streek plan. Spreker deelt mede dat eventuele uitbreidingen van recreatie- objecten zeer zeker aan de commissie zullen worden voorgelegd en dat een en ander natuurlijk ook in het bestemmingsplan "Buitengebied" zal worden opgenomen, maar dat het college er tegen is dat men zonder meer beperkingen op gaat leggen, waardoor de toekomstige ontwikkeling en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen onmogelijk wordt gemaakt. De heer Buijtendijk (V.V.D.) benadrukte nogmaals dat zijn fractie het beleid van het college in deze van harte ondersteunt en dat het niet juist is om op voorhand al beperkingen op te leggen, noch voor wat betreft het woningbouwbeleid noch voor wat betreft het recreatie-beleid. De heer van Lier merkt op dat zijn fractie tegen de situatie is zoals die in het bezwaarschrift wordt geschetst. Spreker onderschrijft de toezegging om iedere uitbreiding van een recreatieobject aan de raad voor te leggen en zegt dat men over dit soort aanvragen ook geïnformeerd dient te worden, zodat de raadsleden weten wat er zoal in behandeling is. Spreker zegt geen voorstander te zijn van een recreatie tussen hekken en dat men niet verder moet uitbreiden omdat men de grens bereikt heeft om gronden voor de recreatie beschikbaar te stellen. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat het Streekplan een ruimtelijk plan is dat zich niet uitspreekt over ontwikkelingen binnen bepaalde terreinen, maar over wat er aan bestemmingsver- anderingen van terreinen al of niet zou moeten plaatsvinden, dus dat het wel gaat over uitbreiding van het ruimtebeslag aan recreatieve objecten, met name in het gebied tussen Etten-Leur en Oudenbosch. Spreker zegt dat het basisplan openlucht-recreatie nooit mag worden vastgesteld voor dat het Streekplan is vastgesteld, maar dat het basisplan thans wordt ontwikkeld en dat het logisch is dat men daarbij rekening houdt met het nieuwe streek plan, omdat dat van hogere orde is dan een basisplan voor de recreatie. -Spreker- -19- Spreker zegt dat het hier gaat om een erg aantrekkelijk waardevol recreatief gebied met het typische Brabantse coulissenlandschap, waarvan men ervaart dat er reeds veel in beslag is genomen voor de recreatie. Spreker zegt dat het voor de bejaarden, voor het weekendverkeer e.d. belangrijk is dat er dergelijke uitloopgebieden zijn om te wandelen en te fietsen. Spreker deelt mede dat het gebied waar nu het Bosbadcomplex ligt vroeger openbaar toeganke lijk was. Spreker benadrukt nogmaals dat de grenzen bereikt zijn en zegt dat het vanzelfsprekend is dat men de ontwikkelingen moet bij houden en dat de provincie de nek van de gemeente Hoeven niet zal omdraaien, maar dat de provincie alleen een aantal randvoorwaarden stelt met betrekking tot de verdere ruimtelijke ontwikkeling. Spreker zegt dat deze randvoorwaarden stellen dat de gebieden qua landschap behouden moeten blijven en dat een ongebreidelde ontwikkeling in Hoeven niet meer gewenst is. Voorts merkt spreker op dat men het gebeuren binnen de recreatie-objecten natuurlijk regelmatig moet bijstellen en het beleid daarbij moet aanpassen, om het geheel exploitatief op een redelijk peil te houden. Spreker zegt dat een camping met een oppervlakte van 13 ha goed te exploiteren is en dat uitbreidingen met als argument exploitatie leiden tot een ontwikkeling die niet meer te remmen is. Ten aanzien van het economisch belang merkt spreker op, dat dat in het verleden zeker medespeelde bij de ontwikkeling van de recreatieve objecten en dat men daarop geen schulden moet laden, maar dat er maar één recreatieobject is dat op de middelen van de gemeente Hoeven drukt en dat doen de andere recreatieobjecten op afgesloten terreinen niet. Spreker zegt dat het economisch belang van die andere objecten de werk gelegenheid is en dat men de exploitatie van deze bedrijven niet onmogelijk moet maken, maar ook niet ruimtelijk moet laten uitbreiden en moet kijken wat er recreatief wenselijk is. Spreker zegt dat het bestemmingsplan "Buitengebied" duidelijke regels in deze zal moeten stellen. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 130