-10-
Spreker zegt dat zijn fractie een Bosschenhoofdse fractie is en
dat hij er van overtuigd is dat, als de procedure wordt gevolgd
zoals is voorgesteld, degenen die bezwaar hebben tegen de lokatie
aan de Opperstraat nog volledig van hun rechten gebruik kunnen
maken. Spreker zegt dat als men niet akkoord gaat met deze lokatie,
G.S. een andere lokatie zullen aanwijzen, waartegen weer anderen
inwoners bezwaren zullen hebben. Spreker deelt mede dat zijn fractie
na rijp beraad met het voorstel van het college kan instemmen.
De heer Buijs (P.v.d.A.) deelt mede dat hij pal staat voor een
goede huisvesting van minderheidsgroepen en dat er tegen iedere
lokatie voor een woonwagencentrum emotionele bezwaren ontstaan op
grond van onwetendheid, angst en ook uit ervaringen uit het ver
leden als gevolg van een verkeerd beleid. Spreker zegt niet te
ontkennen dat het nieuwe beleid, waarvoor hij veel bewondering
heeft, aanpassingsproblemen kan meebrengen.
Spreker zegt dat de lokatie Opperstraat op een ongelukkig moment is
gepresenteerd, maar dat dat niet terzake doet en dat de hele heisa
rondom dit centrum niet terecht is omdat er geen inhoudelijke
bezwaren tegen zijn aan te voeren en zijn aangevoerd. Spreker
zegt in principe tegen het hanteren van artikel. 19 procedures te
zijn, maar dat er nu eenmaal noodsituaties zijn, waarbij men die proce<
toch toe moet passen. Spreker verwijst naar de vorige raadsvergadering
vrij eenvoudig werd besloten om een skibaan aan te leggen en
daarvoor een artikel 19 procedure toe te passen en dat hij
constateert dat een groot gedeelte van Julianastraat-Zuid
met toepassing van die procedure is gebouwd, omdat dat
noodzakelijk was voor de volkshuisvesting. Spreker acht het van
belang dat er zo snel mogelijk een woonwagencentrum komt op
een acceptabele plaats.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) zegt er geen moeite mee te hebben dat
de fractie Gemeenschapsbelangen haar standpunt wijzigt, maar wel
met het feit dat zij daar een argument voor gebruikt dat zijn
fractiegenoot zojuist naar voren heeft gebracht. Spreker zegt
dat de voorzitter gelijk heeft dat hij de beschuldigingen van de
hand wijst en deelt mede van mening te zijn dat het college
onbewust onbehoorlijke besluiten heeft genomen, hetgeen niet
-wegneemt-
-11-
wegneemt dat er bij een groot deel van de bevolking onbehoorlijk
bestuur is overgekomen. Spreker zegt dat dit gebeuren een nuttige
excercitie voor de toekomst zal kunnen zijn en dat de gebeurtenissen
rondom dit woonwagencentrum procedureel en in de beleidssfeer
in de toekomst vermeden kunnen worden.
De heer Kerstens deelt mede dat zijn fractie de belangen van alle
inwoners wil dienen en dat er in deze nog zo veel onduidelijk
heden zijn dat zijn fractie tegen het voorstel zal stemmen.
Hierna wordt tot stemming over het voorstel overgegaan.
Vóór het voorstel stemmen de leden: Taks, Koevoets, Broos,
van Eekelen, Frijters en Buijs (P.v.d.A.).
Tegen het voorstel stemmen de leden: Nuijten, Wijnen (V.V.D.
Buijtendijk (V.V.D.), van Lier, Bol en Kerstens.
Omdat de stemmen wederom staken wordt het voorstel geacht niet te
zijn aangenomen.
De voorzitter deelt mede dat er hierdoor een nieuwe situatie
is ontstaan, waarover het college zich zo snel mogelijk zal be
raden, waarbij het zich voorstelt om in de eerst volgende commissie
vergaderingen de vestiging van een woonwagencentrum wederom aan de
orde te stellen.
5.) Voorbereidinqsbesluit voor de kom Bosschenhoofd.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat hier in feite sprake is
van een voortzetting van het voorbereidingsbesluit van vorig
jaar april. Spreker zegt dat in het pre-advies wordt voorgesteld
om in verband met eert terrein -voor lokale kleine bedrijven een
herziening van de bestemmingsplannen met betrekking tot de kom
Bosschenhoofd voor te bereiden. Spreker zegt dat hier in feite twee
voorstellen liggen en vraagt of de raad moet besluiten om opnieuw
een voorbereidingsbesluit te nemen of om een bestemmingsplan voor
de kom Bosschenhoofd voor te doen bereiden.
-De-