GEMEENTE HOEVEN
-2-
8.) Schrijven d.d. 20 maart 1981 van het dagelijks bestuur van het
Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant, waarbij wordt medegedeeld
dat Gedeputeerde Staten de 2e en 3e wijziging van de begroting
1981 hebben goedgekeurd, onder voorbehoud van de goedkeuring van
de oorspronkelijke begroting 1981.
9.) Schrijven d.d. 25 maart 1981 van het dagelijks bestuur van
het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant, waarbij wordt mede
gedeeld dat de gewestraad de 5e wijziging van de begroting 1980
en de le wijziging van de begroting 1981 heeft vastgesteld.
10.) Schrijven d.d. 18 maart 1981 van de Nederlandse Vereniging van
Wegenbouwers houdende een verzoek te willen bevorderen dat
in de gemeente Hoeven één of meer werken in de grond-, water
en wegenbouw vervroegd in uitvoering worden genomen.
Wij stellen u voor de ingekomen stukken, vermeld onder de nummers
1 t/m 10 voor kennisgeving aan te nemen.
Voor u liggen tevens ter inzage de verslagen van de commissie
vergaderingen.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
v. Eekelen, loco-burgemeester.
Vergouwen, secretaris.
dB.
Hg.
Agendanr. 4. Raadsvergadering d.d. 23 april 1981.
Onderwerp: Voornemen van het college van burgemeester en wethouders om ter zake
van de aanleg van het woonwagencentrum toepassing te geven aan het
bepaalde in art. 19 van de wet op de ruimtelijke ordening jo. art. 50
lid 8 van de woningwet.
HOEVEN, 20 maart 1981.
Zoals al geruime tijd bekend is, kan het woonwagencentrum
niet op de huidige plaats gehandhaafd worden.
Ook tijdens de op 9 maart j.l. gehouden bespreking met de gedeputeerde
de heer Einmahl is dit nogmaals duidelijk gebleken.
Het is dan ook niet verantwoord deze zaak nog langer vooruit
te schuiven en de bewoners van het huidige centrum nog langer aldaar
onder zeer slechte omstandigheden te laten wonen.
Nu alle betrokken disciplines hebben ingestemd met de locatie
Opperstraat en de rijksbijdrage derhalve gewaarborgd is, zijn
wij voornemens om voor een spoedige realisering, van de anticipatie
bevoegdheid gebruik te maken, zoals die is neergelegd in artikel 19
van de wet op de ruimtelijke ordening jo. artikel 50, lid 8 van de
woningwet.
Wij menen er goed aan te doen, nog een overzicht te geven
van de gang van zaken tot nog toe:
13 jan. 1976: Bespreking tussen de gedeputeerde de heer Einmahl en
ons college, waarbij de heer Einmahl stelt dat naar een
nieuwe locatie moet worden uitgezien.
20 jan. 1976: Bespreking tussen een ambtenaar van de provinciale
griffie en ambtenaren van de gemeente en maatschappe
lijk werker, waarbij wordt afgesproken dat vanwege de
gemeente zal worden uitgezien naar enkele geschikte
locaties
-8 april 1976:-