-46- allemaal aan moet meewerken op die situatie op te lossen. Spreker zegt dat men thans in een overgangssituatie zit en dat het mensonwaardig is als een woonwagenbewoner sprekend namens zijn bevolkingsgroep zich tijdens de hoorzitting moet afvragen of woonwagenbewoners zulke rare mensen zijn en dat hij daarbij moet mededelen dat er onder alle koren kaf is, ook onder de burgers. Voorts deelt spreker mede, dat het voor een Gedeputeerde een ondankbare taak is om in deze de wet te volgen. Tenslotte adviseert spreker om de knoop door te hakken en om zo snel mogelijk een woonwagencentrum aan de Opperstraat te realiseren. De heer Broos merkt op dat hij tijdens een commissievergadering ten aanzien van de aankoop van grond van de heer Wijnen heeft gevraagd of die grond bestemd was voor het woonwagencentrum en dat de wethouder toen heeft geantwoord dat dat niet het geval was, maar dat nu blijkt dat die grond wel voor dat doel bestemd is. Voorts merkt hij op dat het woonwagenbeleid steeds verandert en dat de bewoners van Julianastraat-Zuid onjuist zijn voorgelicht. Wethouder van Eekelen deelt mede dat hij in de door de heer Broos bedoelde commissievergadering over die grondaankoop heeft gezegd, dat die grond niet specifiek voor dat doel werd gekocht en dat de ruilverkaveling daarop een beplanting zou aanbrengen, welke voor 100?ó gesubsidieerd zal worden. De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op dat de mensenrechten er voor alle mensen zijn, dat de woonwagenbewoners recht hebben op een goede huisvesting en dat hij al meerdere malen heeft gezegd dat er op korte termijn iets aan moet gebeuren, maar dat anderzijds de mensen ook recht hebben op inspraak en informatie. Spreker zegt dat de Gedeputeerde hier dan ook mee had moeten beginnen, maar dat hij dat heeft nagelaten, met als gevolg dat de mensen inderdaad voor de gek zijn gehouden. Spreker deelt mede dat ook zijn fractie achter het landelijk beleid staat en dat hij de voorkeur geeft aan een woonwagencentrum in het be stemmingsplan "Bovendonk". -Spreker- -47- Spreker zegt dat de bewoners van Julianastraat-Zuid geen emotionele maar formele bezwaren hebben en dat er inderdaad verkeerde informatie is gegeven. Spreker zegt er van overtuigd te zijn dat als hier inderdaad sprake was geweest van openheid van het bestuur, men nu niet in deze situatie zou zitten. Voorts merkt spreker op, dat hij er herhaal delijk op heeft aangedrongen om geen besloten vergaderingen te houden, om dit soort problemen te voorkomen. Spreker deelt mede nog steeds niet in te zien waarom het woonwagencentrum niet in het bestemmingsplan "Bovendonk" kan worden gerealiseerd, omdat er nog wel mogelijkheden liggen tussen een realisering direct achter de bestaande bebouwing of aan de begrenzing van het plan. Spreker zegt vast te houden aan een realisering in het bestemmingsplan "Bovendonk", maar dan wel met een inspraak- en informatie procedure. De voorzitter deelt mede dat de ambtenaren niet de juiste voor lichting hebben kunnen geven omdat er geen enkele zekerheid bestond, want die zekerheid is er eerst gekomen na de commissievergaderingen van augustus 1980. Spreker ontkent dat de mensen voor de gek zijn gehouden, maar zich wel te kunnen voorstellen dat zij graag eerder waren ingelicht en dat dat ook ten aanzien van de andere lokaties had moeten geschieden, maar dat er daarvoor te weinig zekerheid was. Hierna wordt tot stemming over het voorstel overgegaan. Voor het voorstel stemmen de leden: van Eekelen, Frijters, Holtzer, van Lier, Buijs (P.v.d.A.) en Taks. Tegen het voorstel stemmen de leden: Nuijten, Koevoets, Broos, Buijtendijk (V.V.D.Bol en Kerstens. Omdat de stemmen staken, zal in de eerstvolgende raadsvergadering opnieuw over het voorstel worden gestemd. -9.)-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1981 | | pagina 107