-32-
Spreker zegt dat een skicentrum nu eenmaal past binnen de bestemming
van recreatiegemeente, waar men bepaalde taakstellingen heeft.
Spreker zegt dat het college er van uitgaat, dat het hier een
regionale voorziening betreft. Voorts deelt hij mede dat de grond
eigendom is van een particulier en dat het niet in de bedoeling ligt van
het college om die grond te verwerven, maar dat de initiatiefnemer
daartoe wel mogelijkheden ziet. Voorts deelt spreker mede dat
er positieve impulsen zijn te verwachten door het opstellen
van een contract voor het gebruik van de parkeerterreinen en dat
het ook valt te verwachten dat de exploitanten van de bedrijven
van het Bosbad een graantje mee zullen pikken. Dat een winkel
aldaar onaanvaardbaar is bestrijdt spreker, want het college
kan zich voorstellen dat er bij een skicentrum een winkel hoort
waar artikelen, betrekking hebbend op die sport, worden verkocht
of verhuurd, maar dat dat ook een kwestie is die aan een verdere
goedkeuring is gebonden. Spreker zegt dat de opmerkingen om de
ontmoetingsruimte te combineren met die van het overdekte zwem
bad overeenkomen met de mening van het college in deze. Spreker
zegt dat het college de raad niet hoeft te vragen om een artikel
19 procedure toe te passen, maar dat er wordt gevraagd om het
skicentrum in het bestemmingsplan "Buitengebied" in te passen, van
wege het feit dat er vanuit de provincie reeds bepaalde uitspraken
bekend zijn, zodat ook de provincie in het vooroverleg betrokken
dient te worden ten aanzien van de plaatsbepaling.
Spreker deelt mede dat het onmogelijk was om deze kwestie nog in
de commissies te bespreken omdat de stukken niet op tijd binnen
waren.
Voorts deelt spreker mede dat in eerste instantie is geprobeerd om
het skicentrum in te passen binnen het Bosbadcomplex, maar dat dat
niet mogelijk was vanwege het gebrek aan ruimte en omdat een
exploitatie van een skicentrum binnen het Bosbadterrein erg moeilijk
zou zijn. Spreker zegt de vrees van de heer Kerstens, dat een
horeca-exploitatie en het skicentrum zelf afromend zal werken op
het bezoek van het Bosbad, niet te delen.
Integendeel, het college verwacht dat dit sterke impulsen zal geven.
Spreker deelt mede, dat aan het eind van de desbetreffende vergadering
van het bestuur van de Stichting Bosbad Hoeven toestemming is
-gegeven-
-33-
gegeven om de plannen verder te ontwikkelen en dat dat ook als
zodanig staat genotuleerd. Daarbij is gevraagd om deze kwestie
vertrouwelijk te behandelen, omdat het college aanvankelijk van
mening was, dat er op heel korte termijn gedetailleerde informatie
zou komen. Spreker zegt dat het college op de hoogte is van de
bezwaren van de exploitant van het horecagedeelte van het Bosbad,
maar dat deze bezwaren opgeheven zullen worden als die
exploitant beter geïnformeerd zal zijn.
De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat het college in het voorstel
vraagt om in te stemmen met een artikel 19 procedure, maar dat
hij thans begrepen heeft dat de raad toestemming wordt gevraagd
om het plan verder te ontwikkelen. Spreker zegt met dat laatste
te kunnen instemmen, maar vooralsnog moeite te hebben met het
nu al starten van een artikel 19 procedure, omdat er nog te veel
informatie ontbreekt. Het college dient daarmee te wachten totdat
de raad een definitief besluit heeft genomen. Spreker vraagt
waarover men nu in feite een beslissing moet nemen. Ten aanzien
van de aldaar geprojecteerde winkel merkt spreker op dat men een
ondernemer natuurlijk de mogelijkheden moet verlenen om een winkel
te exploiteren, als dat inderdaad aanvaardbaar is in het kader
van het totale winkelvoorzieningenapparaat en in het totaal waar
die winkels thuishoren, maar dat een winkel in het buitengebied
ongewenst is. Spreker zegt dat het een taak is van het gemeente
bestuur om de ondernemers, die terecht in de dorpskern gevestigd
zijn, in deze te beschermen. Voorts deelt spreker mede blij te
zijn met de duidelijke informatie over datgene wat er zich binnen
het Bosbadbestuur heeft afgespeeld, maar het te betreuren dat
de mening van dat bestuur rooskleuriger wordt voorgesteld dan dat
die blijkens de woorden van de heer Kerstens is. Spreker zegt
te hebben begrepen dat ook het college wel wat moeite heeft met
een horeca-exploitatie op het skicentrum,maar dat dit een zaak is
die in de komende tijd uitgezocht moet worden, in welk onderzoek
een combinatie met de ontmoetingsruimten op het Bosbad kon worden
betrokken. Met betrekking tot de langlaufbaan merkt spreker
op dat deze niet zodanig zal worden dat die een wezenlijk onderdeel
van de exploitatie zal vormen.
-De-