worden, maar dat men er niet omheen kan. Het voorstel zal waarschijnlijk wel gewijzigd worden en daarom zal spreker nu daarop inhoudelijk geen commentaar leveren, maar dat wil niet zeggen, dat het college in deze zaak 100% vrij uit gaat. De voorzitter vraagt dit te verduidelijken. De heer van Lier antwoordt hierop, dat niet het college maar de raad een krediet verschaft. Als er dan moeilijk heden met het object ontstaan, had de raad daarover inge licht moeten worden. Dat is verzuimd. Het college heeft daartoe een tweede kans gehad tijdens de commissiever gadering van 18 maart j.l., waar de C.D.A.-fractie vragen heeft gesteld. De commissie heeft naar aanleiding van de niet-aankoop van de vliegtuighangbaan en aan de hand van een door een commissielid gestelde vraag de verzeke ring gekregen, dat het door de raad beschikbaar gestelde krediet van 150.000,niet voor een ander doel aangewend kan worden, dan na een nieuw raadsbesluit. Deze vraag had het college wakker moeten schudden. Het initiatief-voorstel had kunnen worden voorkomen als het college meer openheid naar de raad had getoond. Ook het niet-opnemen van deze kwestie in het verslag van de commissievergadering, doet geen goed aan de politieke standing van het college. De heer Buijtendijk (V.V.D.) deelt mede dat hij het voor stel in twee delen wil splitsen, waarbij het eerste deel betreft het terugdraaien van het deel-raadsbesluit van oktober 1979 en het tweede deel het verlagen van de Onroerend-Goedbelastingen. De voorzitter vraagt of daarmee wordt bedoeld het intrekken van het raadsbesluit van 25 oktober 1979» "tot kapitaals verstrekking aan de Stichting Bosbad Hoeven. De heer Buijtendijk (V.Y.D.) bevestigt dit. De heer Koevoets deelt namens de fractie Gemeenschapsbe langen mede, dat hij het voorstel van de V.V.D.-fractie ondersteunt. -De- De heer Buijs (P.v.d.A.) deelt mede het niet eens te zijn met deel twee van het initiatief-voorstel, omdat de tarieven voor de O.G.B. terecht tot stand zijn gekomen. Met betrekking tot het eerste deel van het initiatief-voorstel is spreker wat enthousiaster. Hij heeft daarvoor een tweetal redenen. Op de eerste plaats is dat het feit dat spreker ook in oktober al tegen de vliegtuighangbaan was en dat hij thans .een nieuwe kans krijgt om de raad te overtuigen van het feit, dat het hier gaat om een onjuiste uitgave. Voor wat het tweede argument betreft kijkt spreker vooral naar de vóórstemmers van 25 oktober 1979 en naar de inhoud van het initiatief-voorstel. Er is destijds een krediet verleend op basis van onvoldoende informatie, weliswaar onbewust, maar het college heeft wellicht dat voorstel wat overhaast vanuit het Stichtingsbestuur in de raad willen brengen. Als de zaak in die tijd beter was be keken en de ontwikkeling van dat object uitgebreider was onder zocht, was het college waarschijnlijk nooit met het voorstel gekomen. Het blijkt dat het destijds een wat onvoldragen voorstel was. Ten tweede blijkt, dat er binnen het Stichtingsbestuur in relatie tot de commissie nevenattracties nogal wat verschil van mening is ontstaan over het al of niet investeren in een vliegtuighangbaan. Dat sterkt spreker in zijn overtuiging dat het inderdaad een twijfelachtige investering was. Dat betekent niet alleen dat men tegen een vliegtuighangbaan moet zijn, maar dat de raad opnieuw de verantwoordelijkheid naar zich moet trekken om, als er toch een vliegtuighangbaan aangekocht zal gaan worden, opnieuw die afweging te maken, omdat blijkt dat die afweging op 25 oktober op onvoldoende gronden is geweest. Als de raad dat niet doet, heeft het Stichtingsbestuur de mogelijkheid om die 150.000,voor dat doel te besteden, want zo'n kapitaalverstrekking blijft geldon. Spreker wil dit laatste graag bevestigd zien. De heer Taks deelt mede deze zaak anders te bekijken, want de Stichting Bosbad Hoeven heeft pech gehad met de aanschaf van een -vliegtuighangbaan, omdat de firma die deze zou leveren inmiddels failliet is gegaan. -Spreker-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 93