-9-
-8-
De heer Buijtendi.ik (V.V.D.) vraagt of het geen zin heeft
in de verordening nadrukkelijk een bepaling inzake het
beroepsrecht op te nemen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de rechtspositie van de
ambtenaren gehandhaafd blijft via het Algemeen Ambtenaren
Reglement en'dat in deze de overheidsorganisaties niet ge
wezen hebben op een uitdrukkelijke bepaling inzake het
beroepsrecht in de verordening.
De heer Bui.is (P.v.d.A.) merkt op, dat er geen personeel in
dienst is, dat vóór 1982 de VUT-leeftijd van 65 jaar zal
bereiken. Daarnaast is het interessant om te zien wat op
langere termijn de ontwikkeling ten aanzien van de ver
vroegde uittreding is en in dat kader is het erg goed om
te beschikken over een personeelsplan, want met name in de
buitendienst zijn grote leeftijdsverschillen, waardoor er
wellicht in de komende jaren vrij snelle veranderingen in
het personeelsbestand zullen plaatsvinden. Ook voor een
kleine gemeente als Hoeven is een personeelsplan noodzake
lijk. Daarin kunnen zaken worden opgenomen als leeftijdsop
bouw, rangenstelsel, functies etc. Uit rechtvaardigheid en
zekerheid naar de ambtenaren toe is dat ook een goede zaak,
omdat daardoor duidelijkheid bestaat over bepaalde loop
baanmogelijkheden. Spreker verwijst in deze naar de gemeente
Oudenbosch, waar ook een dergelijk onderzoek wordt ingesteld.
Spreker vraagt in deze informaties en suggesties.
Voorts merkt de heer Buijs (P.v.d.A.) op, dat er inspraak
en medezeggenschap vanuit het personeel mogelijk moet zijn
over allerlei zaken en in verband hiermede pleit hij voor
het instellen van een medezeggenschapscommissieomdat het
aantal personeelsleden daar voldoende aanleiding toe geeft.
Spreker vraagt het college om ideeën in die
richting bespreekbaar te maken.
De voorzitter antwoordt hierop", dat de situatie in Hoeven
momenteel gelukkig nog zodanig is te overzien, dat aan een
personeelsplan en een medezeggenschapscommissie nog geen
behoefte bestaat.
-De-
De gedachten van de heer Buijs (P.v.d.A.) zal het college
meenemen en zodra de behoefte zich doet gevoelen, zal het
daar zeker op in haken. Anderzijds zijn de gedachten in deze
nogal grootsteeds. Er is binnen het personeel een zodanige
verhouding, dat men elkaar ook via de chef personeelszaken
wel weet te vinden.
De heer Buijtendijk (V.V.D.) merkt op, dat ook de V.V.D.-fractie
voorstander is van een medezeggenschapscommissie, omdat daar
door een ambtenaar voelt en ook werkelijk weet, dat hij invloed
uitoefent op zijn werksituatie.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het wel eens overdreven lijk
voor een kleine gemeente om dit allemaal te hebben. Vanneer er
wensen en verlangens zijn bij het personeel, komen deze beslist
wel bij het college en dan kan men er van op aan, dat daarop
wordt ingesprongen. Het college wijst het voorstel niet af
maar het is van mening, dat daaraan nog geen behoefte bestaat.
De heer van Lier merkt op, dat de ambtenaren ook wel een
klankbord willen hebben en dat hoeft niet direct een onder
nemingsraad te zijn. Het instellen van een commissie is
in deze erg zinvol en zou wel eens heel hard nodig kunnen zijn.
De voorzitter antwoordt hierop, dat er binnen het personeel twee
personeelsverenigingen zijn, van waaruit ook de mogelijkheid
bestaat om wensen en verlangens naar voren te brengen.
Maar een medezeggenschapscommissie en een personeelsplan zijn
nog niet door het personeel aangekaart. Daarom ook kan het
college stellen, dat daaraan nog geen behoefte is gebleken.
De heer Bui.is (P.v.d.A.) merkt op dat het er hem omgaat, dat er
wordt gewerkt in een professionele organisatie.
Daarvoor dienen de voorwaarden te worden gemaakt die nodig zijn.
Straks wordt er voor miljoenen guldens een nieuw gemeentehuis
gebouwd, want er moet worden voldaan aan de moderne eisen van
werkruimte, maar er wordt niet voldaan aan de moderne eisen van
organisatie en overleg.
-Juist-