GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 6. Raadsvergadering d.d. 28 februari 1980.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over 1979 als bedoeld
in art. 101 van de Lager-Onderwijswet 1920.
HOEVER, 14 januari 1980
De besturen van de lagere scholen hebben vaststelling gevraagd
van de vergoeding als bedoeld in artikel 101 van de Lager-onderwijs
wet 1920 over het jaar 1979» Volgens dit artikel moet de gemeente
de exploitatiekosten van de scholen vergoeden aan de hand van het
bedrag per leerling, dat bij raadsbesluit van 22 februari 1979 voor
het vergoedingsjaar 1979 is vastgesteld, en met inachtneming van
het gemiddeld aantal leerlingen van elke school. Op de vergoeding
is op verzoek van de schoolbesturen een voorschot verleend, dat
vanzelfsprekend bij de uitbetaling van de vergoeding moet worden
verrekend. Voorschotten zijn door ons toegekend bij besluit van
8 maart 1979.
Raast het bedrag per leerling vergoedt de gemeente nog de
onroerend-goedbelasting, die de schoolbesturen over het betreffende
jaar aan de gemeente hebben uitbetaald.
De vergoeding over 1979 wordt als volgt becijferd:
School Aantal Bedrag per Vergoeding O.G.B. Totaal
leerlingen leerling b x c d e
a bed e f
Mariaschool 279 2/3 385,107.671,67 I.329,— 109.000,67
De Reuzelaar 314 1/3 385,121.018,33 2.438,123.456,33
H.Hartschool 212 385,81.620,I.425,83.045,
Totaal 806 385,— 310.310,— 5.192,— 315.502,—
Aan voorschotten is 3H»721,67 betaald, namelijk:
232.796,67 aan de Stichting Katholiek Onderwijs Hoeven en
78.925,aan de Stichting Katholiek Onderwijs Bosschenhoofd
Met de schoolbesturen zal derhalve de volgende verrekening moeten
plaatsvinden.
aStichting Katholiek Onderwijs Hoeven.
vergoeding 232.457,
voorschot - 252.796,67
Het verschil
ad 339,67 moet in de gemeentekas worden teruggestort