- 3 -
- 2 -
tweede volgende kalenderjaar verleend, zoals in artikel D 8 is bepaald.
De thans voorgestelde wijziging beoogt een verduidelijking van de bedoel»
van artikel D 10, derde lid, door aanpassing van de redactie aan die van
artikel 29, lid 2, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.
Artikel F 19 lid 5.
Dit artikellid bepaalt, dat uit het uiterlijk aanzien van een dienstwoning
of van het daarbij behorende erf niet mag blijken van de politieke gezind®
van de ambtenaar of zijn huisgenoten; bovendien onthoudt de ambtenaar die
een dienstwoning bewoont zich van het uitsteken of hijsen van andere dan
nationale of oranje vlaggen.
Voorgesteld wordt dit lid te schrappen, aangezien deze bepaling niet meer|É
in de huidige tijd. Sommige menen, aldus het Centraal Orgaan, dat niet to;
schrapping moet worden overgegaan maar tot een beperking van de werking v< ai
het artikel tot de "echte" dienstwoning, dat wil zeggen de woning, waarva»
een ieder duidelijk is, dat deze eigendom van de gemeente is, bijvoorbeeld-
een conciërgewoning in of aan het gemeentehuis. Met het Centraal Orgaan z®
wij echter van oordeel, dat de gehele bepaling dient te vervallen.
Artikel H 7, lid 2 onder b.
Dit artikel gaat over het ontslag wegens opheffing van een betrekking of
verandering in de inrichting van een dienstonderdeel. Het tweede lid geef;
de volgorde aan, waarin het ontslag wordt gegeven, namelijk eerst aan hen 1
dat wensen, vervolgens aan degenen, die 35 of meer dienstjaren hebben, wa«
bij zij die geen kostwinner van een gezin zijn, voorgaan, en tenslotte
aan hen, die jonger zijn dan 35 jaar en geen kostwinner van een gezin zij®
Voorgesteld wordt het onderscheid naar kostwinnerschap te schrappen in vei j
met de E.E.G.-richtlijn betreffende de non-discriminatie van vrouwen 121-J
februari 1976) en de wet van 25 mei 1979, Stb. no. 278, houdende tijdelijÉj
voorzieningen met betrekking tot gelijke behandeling van mannen en vrouwei
en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetre®
De voorgestelde wijziging van de verordening regelende het toekennen vans j
tegemoetkoming in bovenmatige ziektekosten aan enkele groepen van IZA-deei
nemers betreft de verandering van de grondslag, waarover de berekening vai^
1% plaatsvindt. Ter verduidelijking zij medegedeeld, dat aan gepensioneeiili
IZA-deelnemers of hun weduwe een vergoeding wordt gegeven wanneer de ziekiij
kosten 1% van hun inkomen overschrijden.
Als berekeningsgrondslag geldt momenteel het ambtelijk inkomen, waarop he!
pensioen is gebaseerd. Thans wordt voorgesteld, de berekeningsgrondslag gf' .S
te stellen aan die voor actief dienende ambtenaren geldende, dat wil zegg(
het inkomen uit arbeid, c.q. uit vroegere arbeid, vermeerder!met het inko®
van gezinsleden, die als gezinslid deelnemer zijn in de IZA-regeling en gni
aanspraak kunnen maken op gehele of gedeeltelijke geneeskundige verzorgini 1
of op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan.
Omdat over alle voorgestelde wijzigingen centraal overleg heeft plaatsgevt
met de centrales van overheidspersoneel, welk overleg tot overeenstemming-
heeft geleid, kan op grond van artikel A 5 van het Algemeen AmbtenarenregS'
plaatselijk overleg achterwege blijven.
Wij geven u in overweging de aanbevolen wijzigingen vast te stellen.
Ontwerp-besluiten liggen bij de stukken voor u ter inzage.
De commissie algemene zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeve
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.