-39-
-38-
In haar brief van 20 augustus 1979 stelt het college dat
een aanlegvergunning is vereist ingevolge het van kracht
zijnde voorbereidingsbesluit. In de beslissing van de
Raad van State staat: "Naar het ons voorshands voorkomt is
"althans voor een belangrijk deel van laatstgenoemde
"werkzaamheden geen aanlegvergunning vereist ingevolge het
"van kracht zijnde voorbereidingsbesluit". Het college weet
het weer beter dan de Raad van State. Deze uitspraak van
de Raad van State heeft de heer van Leusden voorgelezen
in de vergadering van de commissie openbare werken. Nu
stelt het college in haar voorstel, dat tijdens deze commisse-
vergadering geen motieven zijn aangevoerd, die een herziening
van het besluit rechtvaardigen. Bij brief van 2 november
1979 herhaalt het college haar lastgeving van 20 augustus
om het terrein in de oude staat terug te brengen en wordt
het bezwaarschrift ongegrond verklaard.
De voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van
State schorst de besluiten van het college van 20 augustus
1979 en van 18 oktober 1979, d.w.z., dat zowel de last
geving wordt geschorst als het besluit tot ongegrond ver
klaren van het bezwaarschrift. Ook hier weet het college
het dus weer beter dan de Raad van State, want het college
stelt in de 1e alinea van haar voorstel aan de raad, dat
er een aanlegvergunning vereist is, er een lastgeving is
verzonden wegens het handelen in strijd met het voorbe
reidingsbesluit, het bezwaarschrift inmiddels ongegrond is
verklaard. Spreker acht dit een onbegrijpelijke onjuiste
voorlichting aan de raad. Voorts stelt het college in de
laatste alinea van het 1e blad van haar voorstel aan deze
raad: "Overigens heeft reclamant ook een aanvrage om een
"ontgrondingsvergunning bij Gedeputeerde Staten aangevraagd.
"Door een provinciaal ambtenaar, die belast is met het
"opsporen van overtredingen, als bedoeld in artikel 23 van
"de Ontgrondingswet, werd reclament al eerder aangeschreven
"wegens de illegaal uitgevoerde werkzaamheden".
-De-
De V.V.D.-fractie acht dit een uitermate insinuerende alinea.
Ten onrechte worden woorden als opsporing van overtredingen en
aangeschreven wegens illegale werkzaamheden gebruikt. Wat is er
werkelijk gebeurd. Zie brief nummer V, van Gedeputeerde Staten
aan de heer van Leusden. Die brief maakt geen melding van op
sporingen, illegale werkzaamheden e.d., maar in die brief
wordt de heer van Leusden in de gelegenheid gesteld om alsnog
een vergunning aan te vragen. Aan dat verzoek voldoet de heer
van Leusden en wel op 13 september 1979» Zie brief nummer
VI en VII, de aanvrage met een tekening. Op de foto's stonden
opmerkingen over ontbossing.
Uit de tekening blijkt echter dat er Amerikaanse kers en berken
zijn geplant. Dus is er sprake van bebossing in plaats van
ontbossing.
De aanvrage om een ontgrondingsvergunning is nog in behande
ling van Gedeputeerde Staten, maar uit die hoek komen andere
geluiden. Onder VIII is een brief opgenomen van 16 november
1979 van de Hoofdingenieur- Directeur van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, afd. Landinrichting, grond- en bosbeheer
in de provincie Noord-Brabant, waarin staat: "mede namens
"de natuurbeschermingsconsulent, deel ik u mede, dat er geen
"bezwaren tegen de ontgronding bestaan". Ook deze brief lag
niet bij de stukken ter inzage. Het college zit flink in de
pure. Het is het zoveelste conflict met een burger, dat door
een hogere bestuurlijke en gerechtelijke instantie recht gezet
moet worden. Het college onthoudt de raad echter goede infor
matie, hetgeen spreker griezelig vindt. In feite vraagt het
college aan de raad het volgende: "Zijn de gepleegde werkzaam-
"heden zoals in de aanlegvergunning gevraagd strijdig met de
"bepalingen van het voorbereidingsbesluit c.q. het bestemmings-
"plan Volkssterrewacht?". Het antwoord is eenvoudig.
Zowel de Raad van State als het Ministerie van Landbouw en
Visserij achten deze werkzaamheden niet strijdig met het
voorbereidingsbesluit c.q. benaderen de aanvraag van de aan
legvergunning positief. De conclusie is dan ook, dat de raad he
beroep, dat de heer van Leusden doet, gegrond kan verklaren.
De V. V.D.-fractie is het dan ook niet eens met het voorstel
van het college.
-De-