-16- Mevrouw Holtzer merkt op dat men eigenlijk niet goed wist wat men moest schrijven en dat zij gezegd heeft dat dit hoogstwaar schijnlijk notarieel vastgelegd had moeten worden. Daarvoor echter was geen tijd meer beschikbaar. De voorzitter antwoordt hierop dat die handtekeningen alleen waarde hebben onder een voorlopige koopakte. De heer Buijtendijk (V.V.D.) pleit voor uitstel van een maand. Spreker zegt dat men al onderhandelend op een moment komt waarop beide partijen zeer dicht, zelfs volledig, met elkaar tot overeenstemming komen en dat dat moment bereikt is. De brief van de kinderen van de heer Vervaart ziet spreker als een duidelijke intentieverklaring. Hen moet niet lezen wat er staat, maar wat er mee bedoeld wordt. Onderhandelingen met de onteigeningsknuppel op tafel geeft een totaal andere onder handelingssfeer dan dat men dat ongedwongen kan doen. Spreker zegt dan ook van mening te zijn dat een maand uitstel een menselijke, eerlijke en juiste beslissing zal zijn. Het gaat om de openheid van onderhandelen, zonder stok achter de deur. De voorzitter antwoordt hierop dat het college er bij de onderhandelingen geen rekening mee zal houden dat er een stok achter de deur staat, want op dat moment is er geen sprake meer van minnelijk overleg. Een maand uitstel kan onmogelijk de oplossing bieden. Als er een onteigeningsprocedure moet worden ingezet dan ver strijkt er heel wat tijd tussen het inzetten van de procedure en de feitelijke onteigening. Dan maakt een maand uitstel geen enkel verschil. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat het thans niet gaat over bedragen, want dat komt te zijner tijd aan de orde. Het gaat om de vraag of het college voldoende heeft onderhandeld of niet. Als de raad van mening-is dat het college voldoende heeft onderhandeld moet de gevraagde machtiging verleend worden. -Spreker- -17- Spreker zegt van mening te zijn dat er binnen de mogelijkheden voldoende rekening is gehouden met al de belangen van de heer Vervaart en dat daarom de machtiging aan het college kan worden verleend, met verzoek verder te gaan met minnelijke onderhandelingen. De voorzitter verwijst naar het betoog van de heer Broos waarin deze heeft gezegd dat de zaakwaarnemer er de oorzaak van was dat de zaak een tijd op non-actief heeft gestaan. Voordien echter hebben er heel wat onderhandelingen plaatsgevonden. De heer Nuijten onderschrijft de woorden van de heer Buijs (P.v.d.A.) en zegt van mening te zijn dat er vanavond zaken gedaan moeten worden. De heer Kerstens zegt blij te zijn met de rapportage van de fractie Gemeenschapsbelangen waaruit toch ook blijkt dat de heer Vervaart bereid is om opnieuw te onderhandelen. Er bestaan een aantal misverstanden. Spreker deelt mede dat zijn fractie niet bereid is akkoord te gaan met het voorstel, omdat men niet kan spreken over minnelijk onderhandelen als er een onteigeningsprocedure is ingezet. Men dient eerst te trachten de misverstanden uit de weg te ruimen. Spreker stelt voor om de beslissing op het voorstel aan te houden. De heer Koevoets merkt op met verbazing geluisterd te hebben naar alle argumenten en dat als men de onteigeningsprocedure nu niet inzet men dat volgende maand toch moet doen, met als gevolg dat er een nog grotere stok achter de deur staat. Spreker zegt in principe tegen onteigening te zijn, maar wel om heel andere redenen dan er vanavond aangevoerd zijn. Spreker zegt er altijd tegen te zijn om iemand van zijn grond te verwijderen om de gemeenschap te dienen. Hierna wordt tot stemming over het voorstel overgegaan. Voor het voorstel stemmen de leden: van Lier, Buijs (P.v.d.A.), Taks, Nuijten, Broos, van Eekelen en Erijters. -Tegen-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 410