-12-
"Boveridien is dit straks ook een object, dat een excursie van
"de raadsleden waard is, zoals dhr. Kerstens in zijn algemene
"beschouwen suggereerde.
"HOOFDZAAK BLIJF, M.d.V.: MINNELIJKE SCHIKKING; ook al zou de
"raad u machtigen tot het aanspannen van een onteigenings-
"procedure; deze is langdurig, kostbaar voor beide partijen,
"maar zal vooral veel onnodig menselijk leed veroorzaken.
"Door gesprekken met verschillende kinderen is mij gebleken,
"dat ook zij wensen, dat hun vader tot een reëel akkoord komt
"met de gemeente; ten bewijze hiervan zal u spoedig een
"officieel, door hen allen getekend stuk worden aangeboden.
"Samenvattend, M. de V., er is in deze zaak al door ver
schillenden veel geprobeerd: ik kreeg echter de indruk,
"dat men bij het behartigen van het algemene belang dit iets te
"veel heeft laten prevaleren boven het individuele: met name
"de emotionele aspecten hebben naast de financiële wat weinig
"aandacht gekregen.
"Als mijn bemoeienissen in deze hiertoe hebben kunnen bijdragen,
"acht ik mij voor mijn moeite alleszins beloond.
"Ik dank u".
De heer Kerstens vraagt of de fractie Gemeenschapsbelangen ge-
geslaagd is in haar bemiddelingspogingen. Spreker merkt op dat er
tijdens de raadsvergadering in november nogal wat onduidelijk
heden waren en dat deze met de brief van de heer Vervaart nog
zijn toegenomen. Uit die brief blijkt wel dat de heer Vervaart
bereid is tot verkoop, maar dat er goede afspraken gemaakt moeten
worden. Spreker vraagt hie nu precies de vork aan de steel zit
en zegt van mening te zijn dat er alsnog moet worden ge
tracht om op een redelijke wijze tot overeenstemming te
komen.
De heer van Lier deelt mede dat afhankelijk van de bemiddeling
van de fractie Gemeenschapsbelangen er vanavond een beslissing
moet worden genomen. Spreker acht het bedrag redelijk, zeker
gezien de ontwikkelingen.
-Spreker-
-13-
Spreker zegt dat de raad zichzelf een ultimatum heeft gesteld en
vraagt aan de fractie Gemeenschapsbelangen hoe deze zaak is
verlopen.
De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat het gaat om de vraag of de
raad het college machtigt om een onteigeningsprocedure te starten.
Spreker zegt dat het minnelijk overleg verre de voorkeur heeft
boven onteigening en dat het college opnieuw zou moeten gaan praten.
Daarnaast wil spreker het college toch de mogelijkheid meegeven
om, als er geen overeenstemming wordt bereikt, een onteigenings
procedure te starten en daarmee niet weer naar de raad te hoeven te
komen. Spreker is overtuigd van de goede wil van het college.
Spreker vraagt in hoeverre het college met betrokkene heeft onder
handeld over een vestiging aan de BosschenhoofdsestraatDat
perceel ligt uitstekend ten opzichte van de nieuwbouwwijk.
De heer Broos deelt mede dat als gevolg van het overleg met de
heer Vervaart de voorlopige koopakte is gewijzigd. Uit het overleg
is gebleken dat noch de heer Vervaart, noch zijn kinderen schuld
hebben aan de gang van zaken. Hun zaakwaarnemer heeft in deze een
onduidelijke rol gespeeld en deze heeft niet gedaan wat hij moest
doen. Uit de brief blijkt precies wat de heer Vervaart wilt.
Spreker vraagt waarom er voor de woning 96.000,is geboden,
terwijl het pand voor de Onroerend-Goedbelastingen hoger is ge
taxeerd. Voorts deelt spreker mede dat het leed, dat de heer
Vervaart wordt aangedaan, niet met geld kan worden vergoed.
De heer Vervaart moet zijn eigendom verlaten ten behoeve van de
gemeenschap en is daartoe ook bereid. Spreker stelt voor om de
onteigeningsprocedure in te zetten, maar tegelijkertijd te
proberen om deze kwestie op een normale wijze rond te krijgen.
Spreker zegt dat zijn fractie de familie Vervaart op het goede
spoor heeft gezet en dat hij hoopt dat beide partijen spoedig
met elkaar aan tafel gaan om tot een oplossing te komen.
De heer Wijnen- (V. V-.D.zegt: het erg te vinden om over onteigening
te praten.
-Spreker-