GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 7. Raadsvergadering d.d. 18 december 1980.
Onderwerp: Voorstel tot aanpassing van de leges, het reinigingsrecht en de
belastingtarieven in verband met geldontwaarding.
HOEVEN, 12 december 1980.
In onze aanbiedingsbrief bij de begrotingen voor 1981 schreven wij
reeds, dat wij een aanpassing van de belastingtarieven met 5% onont
beerlijk achten om althans enigermate in de pas te blijven met de
in 1981 verwachte geldontwaarding.
Dit percentage is- behoudens uitzonderingen - gelijk aan het
percentage, dat door de regering is vastgesteld als maximale verhoging
van de overheidstarieven.
Overigens merken wij op, dat de belastingtarieven niet onder dit
voorschrift vallen. Belastingmaatregelen zijn immers op grond van
artikel 271 van de gemeentewet onderworpen aan de koninklijke goed
keuring.
Hoewel wij ons kunnen voorstellen, dat het aanpassen van de
belastingtarieven ook door u als een onsympathieke maatregel wordt
ervaren, toch stellen wij u voor tot verhoging van de tarieven te
besluiten.
De redenen, waarom wij u met nadruk verzoeken, ons voorstel te
steunen zijn:
a.) in de ontwerp-gemeentebegroting voor 1981 is bij de raming van de
belastingopbrengsten reeds uitgegaan van een aanpassing van de
tarieven van 1980 met 5%.
Het niet overnemen van ons voorstel zou voor 1981 een verlies van
60.151,— aan structurele dekkingsmiddelen tot gevolg hebben,
waardoor de toch al beperkte ruimte voor investeringen nog kleiner
wordt en het investeringsplan voor 1981 bij voorbaat onhaalbaar
wordt.
b.) om toch nog enige ruimte voor noodzakelijke investeringen te
scheppen is het door de afschaffing van de hondenbelasting geleden
verlies aan dekkingsmiddelen van 32.250,in 1981 nog
gecompenseerd door een éénmalige verhoging van de beschikking
over de saldireserve.
-Wij-