D
i fflHTlNG BOSBAD HOEVEN
[.ggft ons een inzicht verschaft van de maatregel—vormen,
t zou te ver voren al Uw "blokjes" hier uitvoerig te behandelen,
zullen dan ook steeds bij enkele punten stilstaan.
,.tuurs structuur
JTuit het oogpunt van critiek spelen wij toch met de gedachten
aan de bepaling van de Raad "dat het Bosbad uit zijn midden een
l0rzitter en een vice-voorzitter dient aan te wijzen" een zinsnede
,rdt toegevoegd, waaruit blijkt dat dit zo mogelijk niet leden van
■t college van B ¥zijn. Dit ter vermijding van functie-verwevin-
,fi met alle mogelijkheden van dien»
itdrukkelijk zeggen we hier, dat wij geen critiek uiten op de af-
jlopen periode. Onze zorg is dar het College al zoveel tijd en e-
!rgie aan haar gemeentelijke taken moet besteden dat een toenemen-
j "running" van het Bosdabgebeuren een ondragelijke belasting gaat
ormen voor deze bestuurderen.
ij geven U deze gedachten ter overdenking en ook gaarne de tijd
iarvoor. Een antwoord op haar tijd zien we dan tegemoet.
'nge Termijnplanning
it hoofdstuk geeft aan dat aan een meerjarenplanning gewerkt wordt
oor gewoon onderhoud Bosbad, terwijl de Camping deze al heeft. Ook
ij de Nimf is er een aanzet,
o te vervrachten beleidsnota zal o.i. ook gewag moeten maken van de-
e vizie op de inkomsten»
oals door" ons bepleit zal er gemikt moeten worden op vergroting
an het bezoekers-aantal middels een tempering in de prijzenopbouw.
s Uw College ook deze mening toegedaan of heeft zij een andere?
at het C.D.A. in principe al afwijst is Uw gedachtengang - zij het
«der welk voorbehoud dan ook - de exploitatie van het Bosbad af te
toten. U zult het met ons eens zijn dat de exploitatie door derden
particulieren) alleen begeert wordt alsUTNST—OBJECT.
IETS ANDERS.
in daaronder kunnen we alleen maar verstaan:
'KIJSOPDRIJVING - PRET-SAMENBALLING - MILIEU- A ANT A STING - SLUIK-.
jVERTRBDINGEN DER VOORSCHRIFTEN ETCETC.
ortom fnuikend winstbejag te koste van een recreatie—instituut dat
loor een generatie Hoevenaars is opgebouwd»
[et C.D.A. zal zich met al haar ten dienste staande middelen met
isad en tand verdedigen. Er wordt niets dat HOEVEN—EIGEN is onder
(elk voorwendsel dan ook verkocht J J
lij stellen de principiële VRAGEN:
itaat het Bestuur, waarvan U voorzitter bent, een verkoop voor?
1° ja, bent U dan bereid êên van de functies (U bent ook Burgemees
ter) op te geven, als de Raad een andere mening is toegedaan?
ïo naen, vilt U dan degene, die onder welke gedachte in welk be
stuursapparaat, verbandhoudende met het Bosbad, speelt met het idee
fan vervreemding hiervan de consequenties onder ogen brengen?
Vindt de Voorzitter van de Raad dat onze opmerkingen over Verweven
heid van functies juist hier van belang zijn?
