-18- De heer Bui.1s (P.v.d.A.) merkt op dat de punten 2 t/m 6 nooit aan de raadsleden zijn voorgelegd vóór 17 oktober 1980. Daar voor zijn uitsluitend inventarisatie- en knelpuntennota's geweest, alsmede de beleidsnota. Spreker zegt dat hij zijn excuses heeft aangeboden voor het feit dat hij de gezamenlijke commissievergadering niet heeft kunnen bijwonen en toch achteraf opmerkingen geplaatst had. Het onder punt 1 genoemde sociaal- cultureel plan is het verlengstuk van de beleidsnota en dat moet vastgesteld worden. De subsidieverordeningen echter bevatten geen verlengstuk van die beleidsnota en van het sociaal- cultureel plan. Het is een verwarrende beschrijving van de bestaande ver warrende situatie, ook voor de verenigingen, waardoor er nu reeds misverstanden zijn ontstaan omdat men denkt voor een subsidie in aanmerking te komen, hetgeen niet het geval is. Men moet nu werken aan een goed samenstel van verordeningen, duidelijk en eenvoudig. Overhaast werken heeft alleen maar zin als het niet anders kan. Spreker zegt dat hij niet altijd tijd heeft om in commissies zitting te nemen en dat hij tracht zijn raadswerk te doen binnen de mogelijkheden die hij heeft. Zijn opmerkingen zijn steeds geargumenteerd. Wethouder Printers merkt op verbaasd te zijn over de op merking van de heer Buijs (P.v.d.A.) dat er misverstanden bestaan bij de verenigingen, omdat hem nog geen enkele reactie heeft bereikt. De verenigingen kunnen echter steeds bij hem of bij de betreffende secretarie-afdeling aan kloppen. De subsidieregeling jeugdsport is overgenomen van de be staande regeling en de bijzondere regeling afbouw sport- subsidies is al geruime tijd geleden door de raad goed gekeurd. De algemene verordening en de andere subsidie verordeningen zijn zodanig eenvoudig opgesteld dat zij door eenieder gelezen en begrepen kunnen worden. -19- De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de raad het voorstel thans wil behandelen en stelt punt 1het voorstel tot vaststelling van het sociaal-cultureel plan voor de gemeente Hoeven 1981-1984 aan de orde. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat op de pagina's 9 en 10 onder de punten a t/m g het werk van het opbouwwerk aan de orde wordt gesteld. Daaraan zou spreker toegevoegd willen zien een punt h: "bevordering van de bewustwording van de bevolking en het "stimuleren van meedenken over de eigen leefsituatie". Spreker verwijst in dit verband naar de pagina's 15 en 17 van de beleidsnota waar staat: "Concretisering van dit uitgangs punt betekent voor de komende jaren dat zelforganisatie, op bouwwerk en vormings- en ontwikkelingswerk extra aandacht "krijgen". Op pagina 17 staat: "Als gemeente zelf de bevolking "actief betrekken bij de beleidsontwikkeling en uitvoering en "het ontstaan van belangenbehartiging en vertegenwoordiging be- "spoedigen. Wij denken bij dat laatste aan inspraak- en "werkgroepen" Wethouder Frijters antwoordt hierop dat de beleidsnota is geënt op het particulier initiatief. De heer Koevoets verwijst naar artikel 2 van de bijzondere regelingen waarin staat: "bevordering van de betrokkenheid van "de bevolking of groepen daaruit bij de zelfstandige vormgeving "van maatschappelijke en culturele verbanden, gericht op het "gemeenschappelijke en het totstandkomen van mogelijkheden "voor ontmoeting en ontplooiing". Spreker zegt dat dit toch geen aanvulling behoeft. De voorzitter verwijst naar het gestelde op pagina 6 waar staat: "verhoging van de vaardigheden en capaciteiten van de bewoners, "om hun problemen ten aanzien van wonen, leven en werkomgeving "op te lossen". Spreker zegt dat de gedachten van de heer Buijs (P.v.d.A.) toch wel zijn verwoord. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 311