-10-
In het pré-advies staat dat de raadsvergadering van 16
augustus 1971 op de gebruikelijke wijze werd bekend gemaakt.
Die vergadering is echter, blijkens informaties van de heer
Buijs (P.v.d.A.), spoedeisend bij elkaar geroepen.
Op de dag, waarop de uitnodigingen voor die vergadering
werden bezorgd, werden er aan het kampje al werkzaamheden
uitgevoerd. Spreker wil niet ingaan in hoeverre dit voor de
rechter een argument kan zijn om de schadeclaim al of niet
toe te wijzen. Hij wil uitsluitend constateren dat het pré
advies in strijd is met zijn informaties. Spreker vraagt ook
meer duidelijkheid over de criteria die aan een onrecht
matige daad ten grondslag liggen.
De heer van den Bosch merkt op, dat zijn fractie van mening
is,dat het gemeentebestuur geen onrechtmatige daad heeft
begaan en dat zijn fractie volledig achter het voorstel staat.
Spreker zegt dat door beslissingen van de overheid schade kan
ontstaan, zoals in het onderhavige geval ten opzichte van de
familie Jongenelen. Spreker vraagt waar dan die schade kan
worden verhaald. De C.D.A.-fractie kan de totale schade
procedure van de familie Jongenelen niet helemaal volgen,
omdat hen de gelegenheid is geboden om op een andere plaats
in het agrarisch gebied een woning te bouwen, hetgeen in feite
niet mogelijk geweest was. Daardoor is financieel voordeel
verkregen, waardoor de schade weer wordt verminderd.
De voorzitter deelt mede dat de raad inderdaad in een spoed
eisende vergadering heeft besloten tot vestiging van een
woonwagenkamp, ingevolge de Woonwagenwetwelke echter door
tal van andere regelingen werd doorkruist. In eerste instantie
bepaalde het beleid zich tot regionale kampen. Toen kregen
de gemeenten waarin nog geen woonwagenkamp was gevestigd, het
advies met spoed een kampje te vestigen. Het raadsbesluit
van 16 augustus 1971 is door de provincie goedgekeurd. De
uitvoering van werkzaamheden heeft beslist niet op diezelfde
dag plaatsgevonden. Op die plaats waren wel de basisvoor
zieningen aanwezig, omdat daar een woning had gestaan.
-De-
-11-
De criteria voor een onrechtmatige daad liggen opgesloten in
artikel 14-01 van het Burgerlijk Wetboek. Voor een onrechtmatige
daad dient er onrecht te zijn gepleegd. Dit is niet het geval.
Er is een raadsbesluit genomen dat door G.S. is goedgekeurd.
Voorts dient er aanwijsbare schade te zijn en bovendien dient
er schuld te worden aangetoond. Voorts bestaat daarover heel
wat jurisprudentie. Het college acht het gewettigd om verweer te
voeren op grond van het rechtskundig advies.
Inderdaad kunnen particulieren schade ondervinden van overheids
maatregelen, maar het algemeen belang gaat vóór het particulier
belang.
De heer Bui.is (P.v.d.A.) merkt op dat het pré-advies dan toch ee
onjuiste weergave van zaken geeft, omdat een spoedeisende
vergadering waarvoor s-middags de oproep uitgaat om s avonds
te vergaderen niet gebruikelijk is.
De voorzitter deelt mede dat hij zich alleen weet te herinneren
dat het een spoedeisende vergadering was en dat daarvoor inder
daad redenen aanwezig waren. De wet laat spoedeisende vergade
ringen toe.
Als daarvoor geen redenen aanwezig waren had de raad niet tot
aanwijzing besloten. Spreker zegt dat het pré- advies geen
onjuiste informatie bevat.
De heer Buijs (P.v.d.A.) zegt van mening te blijven dat een
dergelijke vergadering niet gebruikelijk is en dat het daarom
een bijzondere gang van zaken is. Spreker zegt zich voor te
kunnen stellen dat met name in een dergelijke gevoelige zaak
de betrokkenen dat als reden gebruiken.
Het is aan de rechter om daarover een uitspraak te doen.
Ten aanzien van het woonwagenbeleid acht spreker het erg goed
dat de integratie met de dorpsbevolking zo snel mogelijk plaats
vindt
Deze kwestie vormt alleen maar een extra argument om haast
te maken met het beleid inzake het verplaatsen van het woonwager
centrum.
-De-