-18-
Vandaar dat het onmogelijk is om te zeggen dat ontmoeting
en ontspanning in principe zelfsupporting moeten zijn.
Met "betrekking tot het gestelde op pagina 17 waar staat:
"op korte termijn in overleg met de vrouwenorganisaties,
"bijvoorbeeld via de vrouwenraad nagaan hoe hun vormings
activiteiten het best gefinancierd kunnen worden. Onze
"voorkeur gaat uit naar projektsubsidie" stelt spreker voor
de tekst te wijzigen als volgt: "Op korte termijn in
"overleg met organisaties met brede doelstelling, zoals
"vrouwenorganisaties en wijkverenigingen nagaan hoe hun
"vormingsaktiviteiten het best kunnen worden gefinancierd.
"Onze voorkeur gaat daarbij uit naar een basissubsidie
"aangevuld met projectsubsidie(s)". Spreker merkt hierbij
op dat. er gesproken moet worden over algemene organisaties
met brede doelstelling, dus zowel ontmoeting en ontspanning
als emancipatieactiviteiten. Dit geldt voor vrouwen
organisaties maar ook voor bijvoorbeeld wijkverenigingen.
Spreker acht voorts de vergroting van het bereik van St.
Frans een goede zaak.
Kunstzinnige vorming brengt altijd de kans met zich mee dat
r het wat elitair dreigt te worden. Het vergroten van het
bereikmet name naar de gewone mensen is erg belangrijk.
Spreker pleit er dan ook voor het lessenpakket van St.
Frans aan te passen aan de wensen van de mensen. Spreker
verwijst naar pagina 24 waar staat dat er moet worden
bepaald welke taken op welk kwaliteitsniveau in Hoeven
gewenst en mogelijk zijn. Er moet niet te hoog worden
gegrepen, liever breed en wat minder niveau, dan een hoog
niveau op een smalle basis. Spreker zegt erg blij te zijn
met het afschaffen van het kostendekkend principe van de
volwassenen.
Het jeugd- en jongerenwerk, genoemd op bladzijde 1?neemt
een tussenpositie in.
De jeugd tussen de 13 en 17 jaar zit erg in de knel.
Daarvoor zijn in Hoeven al jaren geen goede voorzieningen.
Spreker-, zegt het niet eens te zijn met de stelling dat
deze tot op heden de prioriteit hebben gehad.
De jeugd van 13 tot 17 jaar moet zich vooral bezighouden met
ontspanning elders of in toch wat twijfelachtige bars in
Hoeven. Er moet een goed alternatief geboden worden. Iedereen
die ideëen heeft zou deze aan moeten dragen en het zal erg
veel moeite kosten om de jeugd bij een goed alternatief te
betrekken.
Spreker zegt erg geschokt te zijn over de wijziging die de
beleidsnota heeft ondergaan ten opzichte van de P.O.N.-nota
inzake de peuterspeelzaal. In de P.O.N.-nota staat uit
drukkelijk dat de peuterspeelzaal in Hoeven een naar verhouding
zeer hoge ouderbijdrage kent, 40»zijnde 65 a 70% van de
kosten. De gemeente betaalt 3C% van de kosten. De gemeente
Zevenbergen en Halsteren bijvoorbeeld respectievelijk 70%
en 51%* In Ie P.O.N.-nóta' wordt dan ook voorgesteld de ouder
bijdrage naar 35,verlagen en de gemeente;!!, j'ke subsidie
naar evenredigheid ze verhogen. De P.O.N.-nota stelt dat die
hoge bijdrage wel degelijk een drempel is. Uitgaande van
emanci.patie voor alle groepen, waar de beleidsnota van uit
gaat, dus ook voor mensen met.lage inkomens, moet juist die
drempel, voor het peuterspeelzaalwerk zo laag...mogelijk worden.
Spreker stelt voor de nota op dit punt als volgt aan te
vullen: "De gemeenzelijke bijdrage voor het peuterspeelzaal-
"werk zal zodanig worden aangepast dat de ouderbijdrage in
"overeenstemming is met wat normaal gebruikelijk is, nl.
"50%.
"Tevens wordt overleg met het bestuur geopend over een mogelijke
"aanpassing van hez zarievenstelsel van de oude bijdrage op
"grond van het draagkrachtbeginsel"
Ten aanzien van hez gestelde op bladzijde .21onder het
hoofdstuk "middelen" merkt spreker op, dat daar een hele
passage uit de P.O.U.-nota is weggevallen.
Op bladzijde 17 var. die nota werd gesproken over het
controleren van hez gebruik van de financiële middelen, jaar
verslagen, overleg e.d. Spreker vraagt waarom die passage
is weggevallen. In dat hoofdstuk wordt voorts gesproken over
het beheer van de buurthuizen, dat nu in handen is van. de
Stichting Buurthuis- en Opbouwwerk.
-Spreker-