waarbij men helemaal niet op het particulier initiatief kan wachten, omdat het daarop geen invloed heeft. Spreker stelt voor om de laatste zin van het beleids uitgangspunt op bladzijde 12: "het accent zal echter blijven liggen op het particulier initiatief", te laten vervallen. De eerste drie regels geven voldoende aan wat de rol is van de gemeente. Onderaan diezelfde pagina staat dat de gemeente zich actief moet bezighouden met de professionele organisaties en dat de raad zich daarin juist het meest moet mengen, maar deze inmenging mag niet ontaarden in betutteling. Spreker zegt zich af te vragen wat betutteling in feite is. Deze zin is door het college toegevoegd aan de nota van het P.O.N. Spreker acht het terecht dat de gemeente zich bemoeit met de professionele instellingen, waar zoveel geld in gestopt wordt. Dat is geen betutteling, dat is de verantwoordelijk heid nemen-die de gemeente .ingevolge de rjjksbi jdrageregeling toegewezen heeft gekregen. De raad is verantwoordelijk voor de planning van het sociaal-cultureel werk en most doen wat in de gegeven omstandigheden nodig is. In het ene geval zal de raad zich intensief moeten bemoeien omdat het niet goed gaat en in het andere geval kan men .instanties volledig vrijlaten, omdat die vrijheid inderdaad juist wordt opgepakt. Die zin is volledig overbodig en spreker stelt voor deze uit de beleidsnota te verwijderen. Op bladzijde 14 staat dat Hoevenaren een actieve rol moeten gaan spelen in het leefbaar maken en houden van hun wijk en op blad zijde 17 staat dat men als gemeente zelf de bevolking actief moet betrekken bij de beleidsontwikkeling en uit voering en het ontstaan van belangenbehartiging en vertegenwoordiging bespoedigen. Gedacht wordt bij dat laatste aan opbouwcommissiesinspraak- en werkgroepen. In dat kader past de suggestie destijds van spreker om bijvoor beeld voor het bestemmingsplan "Bovendonk" een actieve meedenkgroep van toekomstige bewoners te formeren. De gemeente heeft echter die kans laten liggen. -Spreker- Spreker zegt te hopen dat dit soort werkgroepen nog zullen worden opgericht voor de bestemmingsplannen voor de kommen. Spreker roept het college op om meer te doen dan alleen maar inspraakavonden te houden, om juist de mensen, die dat willen, actief te betrekken bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Ten aanzien van het gestelde op pagina 13 van de nota merkt spreker op, dat de commissie culturele zaken zich momenteel bezig houdt met St. Frans, kunsttoepassing e.d. Spreker zou de taak van die commissie willen integreren in de op te richten commissie welzijn. Beide commissies werken op een vergelijkbaar terrein en de leden van die commissies zullen wel overvolle agenda's hebben. Spreker had liever gezien dat daar uitsluitend burgers op persoonlijke titel in benoemd zouden kunnen worden, maar dat zal wel niet te realiseren zijn, omdat als er burgers op persoonlijke titel worden benoemd dit waarschijnlijk burgers zijn die bepaalde belangen vertegenwoordigen. Er rest niets anders om dan maar mensen te benoemen uit het sociaal- culturele werk, uit verenigingen en op persoonlijke titel. Met betrekking tot.de prioriteiten die gesteld zijn in het voorzieningenpatroon,, merkt spreker op, dat op bladzijde 15 de plus-, nul— en minpositie staat. De pluspositie voor zelforganisatie, opbouw- en vormingswerk. De minpositie is de pas op de plaats voor creativiteits- ontwikkelingamateuristische kunstbeoefening, volkscultuur en recreatieve sport en de tussenpositie, de nulpositie, voor jeugd- en jongerenwerk en het peuterspeelzaalwerk. Spreker kan in principe met deze verdeling akkoord gaan, maar er zijn een aantal invullingen die anders gedaan zouden moeten worden o.a. het ontmoeten en ontspannen. Er ontstaan veel emancipatie- activiteiten op de bodem van ontmoeting en ontspanning. Spreker verwijst in deze naar de Vrouwenorganisaties die de gezellig heid, het ontmoeten en ontspannen als basis hebben, van waaruit de emancipatieactiviteiten groeien. Men kan mensen veel moeilijker los van enige andere activiteit bij het echte emancipatiewerk betrekken. Voorts.kan men nooit aangeven wat precies de grens is tussen ontmoeting, ontspanning en emanci patie. -Vandaar-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 276