-14- "volwassanen een elitaire zaak wordt". Op pagina 8 echter staat dat de voorwaarde van kostendekkend zijn van cursussen voor volwassenen kan vervallen. Spreker vraagt hoe dat in elkaar zit. Ten aanzien van het gestelde op pagina 9 met betrekking tot het instellen van een vaste commissie voor advies en bijstand, pleit spreker voor het aanstellen van een sociaal- cultureel werker. 'Voorts vraagt spreker wat precies bedoeld wordt met de steunfunctie van St. Frans. Als deze inderdaad geldt voor de ondersteuning van de cursisten, waarom moeten verenigingen die onder het op bouwwerk vallen na twee jaar zelfstandig worden, terwijl leer lingen van St. Frans 10 jaar of langer cursussen kunnen blijven volgen? Op pagina 12 staat dat het accent most blijven liggen op het particulier initiatief en verder in de nota kan men lezen dat de gemeenteraad ingevolge de rijksbijdrageregeling verantwoordelijk is voor het sociaal cultureel werk. Spreker vraagt hierover duidelijkheid. Op pagina 13. wordt gesproken over openbare discussies, gemeentelijke beleidsvoornemens en plannen door middel van planprodecuresHoudt dit in dat zulks geschiedt op langere termijn- of moet men bij ieder plan een planprocedure starten? Op pagina 17 staat onder punt 3»7, pas op de plaats. Daar wordt vermeld dat de bejaarden- en invalidenbond een aparte positie innemen. Met deze bonden is al een bepaalde subsidie-overeenkomst met betrekking tot het ophalen van oud-papier, zodat er altijd zekerheid bestaat over de subsidie. Spreker acht het niet juist dat zij een aparte bevoorrechte positie innemen, terwijl anderen een pas op de plaats moeten maken. Op pagina 18 staat dat is besloten om in Bosschenhoofd in overleg met St. Frans een enquête te houden over de behoefte aan het volgen van lessen en de behoefte aan vervoer naar de dependance. Spreker had liever gezien dat daar gestaan had dat er was besloten om in Bosschenhoofd in overleg met St. Frans naar aanleiding van het vervoer naar de dependance te bezien of er behoefte bestaat aan het volgen van lessen. -Met- Met betrekking tot het gestelde over de peuterspeelzaal op pagina 20, merkt spreker op dat de gemeenteraad moet kijken waaraan er in deze behoefte bestaat. Is dat voor echt peuterwerk of is dat alleen maar voor opvang van kinderen? De heer Nuijten merkt op dat er in Hoeven geen oud papier voor de bejaarden- en de invalidenbond wordt opgehaald. Ten aanzien hiervan merkt spreker op dat de heer Koevoets waarschijnlijk vanuit Bosschenhoofd heeft geredeneerd. In Hoeven beschikken de bejaarden en de invaliden over be perkter financiële mogelijkheden dan de andere bevolkings groepen. Spreker zegt de mening van de heer Koevoets .in deze niet te delen en het eens te zijn met het gestelde op pagina .17. Op pagina 29 staat dat de huisvestingswensen van bejaarden een lagere prioriteit krijgen. Spreker vraagt wat daarmee wordt bedoeld. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat hij door omstandigheden niet aanwezig heeft kunnen zijn bij de gezamenlijke .commissievergadering op 2 oktober, maar dat - zijn opmerkingen vooral voortkomen uit het feit dat de ontwerp-beleidsnota van het P.O.N. op een aantal concrete beleidsuitwerkingen i.s aangepast. Spreker vindt het een goed stuk werk dat het P.O.N. heeft verricht. Anderzijds heeft spreker wel moeten zoeken wat er nu precies met het sociaal- cultureel werk in de toekomst zal gaan gebeuren. De nota is wat betreft het vinden van beleidsuitgangspunten onduidelijk. Spreker derlt mede, dat hij enige beleidsuitgangspunten wil amenderen. Onderaan op pagina 11 staat dat de gemeente niet kan volstaan met een passieve rol. Een uitstekende opmerking, maar op pagina 12 staan twee beleidsuitgangspunten die de rol van de gemeente direct weer inperken. Als er ook van overheids wege initiatieven genomen moeten worden is het gevaarlijk om steeds, te zeggen dat het particulier initiatief voorrang heeft, want het kan zijn dat de gemeente dan eerst initiatieven neemt als het te laat is en bovendien zijn er beleidsonderdelen -waarbij-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 275