-6- "Als aanvullende argumentatie voert de Inspecteur het volgende aan: "Het gaat om drie volstrekt verschillende ziekteheelden, zodat een "gemeenschappelijke oorzaak (met name het persstation) uitgesloten "moet worden geacht". "Mijnheer de voorzitter, wij willen aantonen dat de conclusies In "argumentaties van de Inspecteur van de V.G. in het minste geval "twijfelachtig, maar zeker onzorgvuldig te noemen zijn. "Bij punt 1. van het rapport van de Advies Kommissie Milieu lezen "wij dat de Inspecteur van de V.G. in zijn brief van 27-3-1980 "het volgende heeft vermeld: (De inspecteur schrijft in deze brief:) "In afschrift doe ik u tevens het RID rapport 76-6 inzake de afval water persleiding Moerdijk - Waarde toekomen. Hoewel in dit "rapport geen gegevens zijn vermeld over het persstation Gors te "Hoeven, moet men aannemen dat alle in het rapport genoemde stoffen "zoals gevonden in Klundert, in de pompkelders te Hoeven aanwezig "zijn geweest tot mei 1977". "Op welke stoffen doelt de Inspecteur? In het door hem bij zijn "brief verstrekte RID rapport staan bij de metingen te Klundert o.a. "de volgende stoffen vermeld: benzeen, naftaleen en indeen. "Samenvattend constateren wij dat de Inspecteur van de V.G. heeft "vastgesteld dat de stoffen benzeen, naftaleen en indeen minimaal "tot mei 1977 in de overstortputten van het persstation aan het "Gors aanwezig zijn geweest, waaruit wij mogen concluderen dat "omwonenden van het persstation aan de inwerking van deze stoffen "blootgesteld kunnen zijn geweest. "In punt 2. van het rapport van de Advies Kommissie Milieu staat "voor de stoffen benzeen, naftaleen en indeen het volgende vermeld: "Benzeen. Langdurige blootstelling aan benzeen, ook bij geringe concentraties kan leukemie tot gevolg hebben. "Naftaleen en indeen. Langdurige blootstelling aan naftaleen en indeen kan aandoeningen aan lever, nieren, bloed en/of ogen tot gevolg hebben. "Deze feiten weet iedere medicus en iedere chemicus. Ook de "Inspecteur van de V.G. behoort dit te weten. "Bij punt van het rapport lezen wij met betrekking tot de "eerder genoemde langdurige blootstelling aan deze stoffen het "volgende: "voor de omwonenden van het persstation moet men niet "uitgaan van MAK waarden, maar van MIK waarden". - Deze - -7- "Deze opmerking is van uitermate belang en behoeft enige uitleg. "MAK waarden zijn de maximale concentraties van de genoemde stoffen "waaraan mensen blootgesteld mogen worden gedurende vijf dagen per "week en acht uren per dag. De MIK waarden zijn de maximale "concentraties in de lucht buiten de werkruimte waaraan mensen "voortdurend, dus'dag en nacht, mogen worden blootgesteld. "Voor de stof benzeen is de maximale waarde buiten het persstation "3 mg. per m^ lucht. Deze concentratie mag slechts eenmaal per vier "uren stijgen tot maximaal 10 mg. per m^'lucht. Dus bijvoorbeeld "om het persstation is voor benzeen 3 rog. per m^ lucht, met daarbij "een korte piek per vier uren van 10 mg. per m^ lucht nog veilig te "noemen. Voor naftaleen zijn deze maximale waarden 2,5 mg. met kortf "pieken van 7,5 mg. per m^ lucht. In Amerika liggen deze normen "aanzienlijk lager dan in Nederland. "In het rapport van het Hoogheemraadschap van februari 1975 staat "vermeld dat de MIK waarde van benzeen, gemeten op 25 m. afstand "van het persstation, kleiner was dan 10 mg. per m^ lucht. "De MIK waarde voor benzeen mag maar 3 mg. zijn, zoals wij eerder "hebben vastgesteld. Hoeveel werd er werkelijk gemeten in 1975? "De maximale 3 mg. of 5, 6, 7, 8 of 9 mg.? Wij kunnen slechts "concluderen dat de maximale waarde waaraan de omwonenden blootge- "steld mogen worden hoger geweest kan zijn. "Waarom is men bij het meten van de concentratie benzeen eigenlijk "uitgegaan van de 10 mg. die slechts af en toe als piek mag "verschijnen en niet van de veilige waarde van 3 mg.? Dit had ook "de Inspecteur van de V.G. zich af moeten vragen. "Onder punt 5. van het rapport lezen wij, dat bij overschrijding "van de MIK waarde, dus wanneer men voortdurend blootgesteld is aan. "meer dan 3 mg. per m^ lucht, de eerder genoemde ziekte en aan doeningen zich soms pas na jaren openbaren. "Dit weet iedere medicus en ook dit behoort de Inspecteur van de "V.G. te weten. Hij heeft duidelijk de soms jarenlange uitwerkings- "tijd bij langdurige blootstelling aan benzeen of naftaleen over he. "hoofd gezien. Een niet te vergeven onzorgvuldigheid, mijnheer de "voorzitter. "Mijnheer de voorzitter, laten wij de zaken die wij zojuist "bespraken in een aantal punten samenvatten en vergelijken met de "stellige conclusies van de Inspecteur van de V.G. "1. Het RID rapport 76-6 geeft aan dat de stoffen benzeen, naftalee en indeen tot minimaal mei 1977 in He overstortputten van het pérsstation te Hoeven voorgekomen zijn.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1980 | | pagina 241