-28-
Spreker zegt dat hij dat vertaalt in de zin dat er wordt
vergoed op basis van een verwachtingswaarde voor een
perceel dat mogelijk nog eens voor een andere dan een
agrarische bestemming zal worden gebruikt. Spreker zegt
dat men had moeten taxeren op basis van de gebruikswaarde
welke voor dit perceel niet méér is dan voor andere
tuinbouwgronden. Wellicht is het zelfs minder waard
vanwege de naastgelegen bebouwing waardoor het gebruik
van bestrijdingsmiddelen en vloeibare mest wordt beperkt.
De heer Koevoets zegt het met de heer Buijs (P.v.d.A.)
eens te zijn. De huidige grondprijs in West-Brabant
45 a 50.000,per ha. De taxatie overschrijdt dit
bedrag echter in hoge mate.
De heer van Lier merkt op dat als men de grond had moeten
onteigenen, men tot een hogere grondprijs gekomen zou
zijn. Ook is men in deze nog steeds afhankelijk van een
fout prijsbeleid van de overheid.
Spreker zegt de hogere prijs wel te kunnen accepteren, juist
omdat het perceel als ruilobject gebruikt zal worden.
Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat het inderdaad
wat voorbarig is om te stellen dat Staatsbosbeheer voor
100% zal financieren, omdat dit af zal hangen van het
feit of de ruilverkaveling de grond nodig zal hebben om
het beplantingsplan te realiseren. Dit plan is echter mede
afhankelijk van een eventuele doortrekking van de Hei
straat, waarbij het nog de vraag is welk tracé daarvoor
gevolgd zal worden. Deze grond zal alsdan weinig be
tekenis meer hebben voor agrarisch gebruik. Ook al wordt
het voorgenomen tracé verlegd, dan zal de ruilverkaveling
toch een bestemming aan die grond geven.
Het plan van de ruilverkaveling kan worden gerealiseerd
omdat het hier geen artikel 13 grond betreft. Als men
een bepaalde waarde toekent aan een afscheiding tussen het
agrarisch grondgebruik en de bebouwing, is de verwerving
van dit perceel inderdaad belangrijk.
-Een-
-29-
Een dergelijke afscheiding is gewenst om te voorkomen dat
de agrariër en de bewoners hinder van elkaar ondervinden,
maar daar kan op dit moment geen uitspraak over worden gedaan
omdat men niet kan voorzien op welke wijze de grondgebruiker
de grond zal gaan bewerken. Het is de vraag of de grondprijs
hoog is, omdat de grond vrij wordt opgeleverd. Men kan
enerzijds kiezen voor een lage grondprijs en anderzijds een
gebruikersvergoeding berekenen. Op dit moment is de grond bij
de eigenaar in gebruik die daarop momenteel niet erg intensief
activiteiten verricht, maar als men daar in de toekomst inten
sieve tuinbouw gaat bedrijven zal de grondprijs stijgen. Gelet
op de ervaringen bij de grondverwerving in de bestemmings
plannen moet men met al deze factoren rekening houden. In
dit geval is er geen sprake van onteigening, omdat de eigenaar
vrijwillig tot verkoop bereid is. In het pré-advies is niet
direct de noodzaak voor verwerving opgenomen, maar het
college spreekt daarin wel de wenselijkheid uit om de grond te
verwerven als ruilobject.
Bij het huidige sportpark is nog grond gelegen die de eigenaar
eventueel wil afstaan als hij in de nabije omgeving
compensatiegrond kan verkrijgen. Ook dit argument is vrij
hard. Met betrekking tot het taxeren op de gebruikswaarde,
deelt wethouder van Eekelen mede, dat dat een bijzonder goed
uitgangspunt is, maar dat de eigenaar het gebruik van die
grond kan veranderen, waardoor een aanzienlijke verhoging van
de prijs kan plaatsvinden.
De heer Wijnen (V.V.D.) merkt op dat de wethouder heeft
gesteld, dat de grond wordt aangekocht vanwege de gunstige
ligging, maar ook in verband met de doortrekking van de
Heistraat en om te dienen als ruilobject. Spreker vraagt
wat men nu precies met die grond zal gaan doen.
Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat binnen het
college de afspraak is gemaakt, dat in ieder geval een hout
singel zal worden aangebracht en dat het overige gedeelte
voor tuinbouwgrond kan worden gebruikt, waardoor er geen
sprake meer is van wederzijdse overlast.
-Nadat-