-7-
"De vraag of de minister bevoegd is om dwingende regelen
"te stellen om een vliegveld alsnog aan de normen te laten
"voldoen, wordt door de voorzitter ontkennend beantwoord.
"Het structuurschema blijft een programma om het be
stemmingsplan en het streekplan te toetsen en verder heeft
"het ten aanzien van bevoegdheden weinig of geen consequenties.
"Vandaar dat het college kan stellen dat het ontwerp-
"bestemmingsplan het maatkostuum wordt voor het vliegveld en
"dat het een continuering vormt van hetgeen er op dit moment
"is. Dat ontwerp-bestemmingsplan is momenteel toegezonden naar
"de verschillende instanties, waaronder ook de minister van
"verkeer en waterstaat en de rijksplanologische dienst. Er
"is reeds een mededeling ontvangen dat het is getoetst aan
"het structuurschema en dat men in grote lijnen met het
"ontwerp-bestemmingsplan akkoord gaat. Van ministeriële zijde
"zal dan ook niet aangedrongen worden om het ontwerp-
"bestemmingsplan aan het structuurschema aan te passen".
Voor het overige worden de notulen zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
3»Ingekomen stukken.
Naar aanleiding van het ingekomen stuk, vermeld onder
nummer 1, vraagt de heer Taks, of de fanfare St.
Caeciliaeen beroep heeft gedaan op de garantiesubsidie.
De heer Buijs (P.v.d.A.) deelt hierop mede, dat de fanfare
St. Caecilia niet verwacht dat er een beroep gedaan hoeft
te worden op die garantie.
Hierna worden de ingekomen stukken zonder hoofdelijke
stemming voor kennisgeving aangenomen.
Ten aanzien van de verslagen van de commissievergaderingen
merkt de heer Wijnen (V.V.D.op, dat de manege aan de
Bovenstraat als een paddestoel uit de grond is gerezen.
-Opgericht-
Opgericht in 1976 vraagt het bedrijf in 1977 uit te mogen
breiden met een opslagplaats voor hooi- en stro. Deze
ruimte werd in korte tijd gewijzigd in een instructiehal
en in een ruimte voor hooi en stro. Daarna werd die hooi
en stro-opslag weer bij de manege getrokken. Voorts is er een
nieuwe inspringhal bij gekomen, terwijl er nog een uitbreiding
ligt voor een kantoor of een woning. Spreker vraagt in
hoeverre een manege in Hoeven kan uitbreiden".
De voorzitter antwoordt hierop, dat de huidige uitbreidingen
zijn gerealiseerd met toepassing van de artikel 19-puocedure.
Deze procedure moest worden gevolgd omdat in het ontwerp-
bestemmingsplan aan de manege een bouwblok is gegeven. Spreker
adviseert om de verleende bouwvergunningen eens in te zien.
De heer Wijnen (V.V.D.) merkt op dat hij dat reeds heeft gedaan
en dat het hem er niet om gaat of die bouwvergunningen al
of niet terecht zijn afgegeven, maar zich af te vragen of ook
dit bedrijf niet hinderwetplichtig is. Spreker vraagt of een
manege onbeperkt kan uitbreiden dit met het oog op de hinder
wet.
De voorzitter antwoordt hierop dat een bouwvergunning wordt
verleend op grond van de woningwet en de bouwverordening en een
hinderwetvergunning op grond van de Hinderwet. Op dit moment
wordt inderdaad onderzocht of het bedrijf hinderwetplichtig
is. Als er een hinderwetprocedure ingezet moet worden zal
hiervan in de commissievergadering mededeling worden gedaan.
De heer Wijnen (V.V.D.) deelt mede dat de uitweg van de
manege via het Jochem Hendrikstraatje veel mensen stoort.
Spreker vraagt welk-gedeelte van die weg nu in feite openbaar
is. Voorts vraagt hij of een recht van uitweg verzwaard mag
worden, dit omdat de eigenaar van de manege een aan dat bedrijf
grenzend perceel heeft aangekocht en alle verkeer voor de
manege via het Jochem Hendrikstraatje loopt, waarbij schade wordt
toegebracht aan de aangrenzende bedrijven.
-Ook-