I
'I
i
-2-
Om een volledig en afgewogen beeld te kunnen geven van
de gewenste toekomstige ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 7
van het besluit op de ruimtelijke ordening, moeten in ieder geval
nog de volgende punten nader worden onderzocht en uitgewerkt:
de ontwikkeling van Hoeven in een groter verband (provinciale-
en rijksvisie)
- de bevolkingsvooruitberekening en de berekening van de woning
behoefte te baseren op duidelijke uitspraken (getoetst aan de
provinciale visie);
- de woningbehoefte nader te specificeren naar woningcategorieën
en fasering;
- de toekomstige ruimtebehoefte aan winkels, maatschappelijke
voorzieningen, bedrijven, sportterreinen te funderen op een
reële bevolkingsprognose;
- per ruimte-vragende activiteit de stedebouwkundige-
planologische criteria te formuleren m.b.t. de situering;
- op grond van genoemde criteria en het gegeven van de be
staande situatie de optimale situering van deze ruimte-
behoevende activiteiten te bepalen (inbreng van het ge
geven van de bestaande situatie, b.v. de ruimtelijke opbouw
van de dorpen, de landschappelijke en natuurwetenschappelijke
waarde van het buitengebied, de ontwikkelingen in de landbouw
etc., als wegingsfactoren voor de ontwikkelingsrichting van
de dorpen, de locatie van bedrijfsterreinen, de uitbreiding
van kampeerterreinen, sportvoorzieningen e.d.);
- het lopende verkeersonderzoek in het voortgezette onderzoek
te integreren;
- het uiteindelijk resultaat neer te leggen in een duidelijke
plankaart (structuurschets), waarin de belangrijkste elementen
zijn verwerkt.
De Associatie voor Planologie heeft reeds een ontwerp van
een leidraad voor de structuurstudie (tweede fase structuur
onderzoek) aangeboden. Deze leidraad hebben wij voor u tezamen
®et bijbehorende rapporten en nota's vanaf begin maart j.l. in
üe leesmap ter kennisname neergelegd, alsook thans in het
agendadossier ter inzage gelegd.
-Tevens-