GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 5. Raadsvergadering d.d. 29 mei 1980.
Onderwerp: Voorstel tot aanpassing van diverse "begrotingsposten van de
gewone dienst 1980.
HOEVER, 9 mei 1980.
In de gemeentebegroting 1980 is voor de berekening van de
algemene uitkering uit het gemeentefonds uitgegaan van een aantal
inwoners per 1 januari 1980 van 7520. Inmiddels is het werkelijk
inwoneraantal vastgesteld op 7389» In verband hiermee kan de raming
in de begroting worden aangepast.
Bij beschikking van 6 december 1979 heeft de minister van
binnenlandse zaken de maximale vergoedingsbedragen voor raadsleden
vastgesteld, die in 1980 mogen worden uitbetaald. Aangezien uw raad
bij besluit van 27 januari 1977 heeft bepaald, dat de vergoedingen
in onze gemeente gelijk zullen zijn aan de door de minister
vastgestelde maxima, zal de begroting op dit punt moeten worden bij
gesteld.
In de begroting is ervan uitgegaan, dat aan de kruisvereniginger
nog aanzienlijke bijdragen zouden moeten worden verleend, omdat niet
alle kosten via de A.W.B.Z. zullen worden vergoed.
Op grond van nadere informatie mag evenwel verwacht worden, dat
hoogstens in zeer beperkte mate een beroep op een gemeentelijke
subsidie zal worden gedaan. De betreffende begrotingspost kan
daarom in belangrijke mate worden verlaagd.
De begrotingen voor 1980 van de districts-gezondheidsdienst
de districtsambulancedienst, het Werkvoorzieningsschap West-
Hoordbrabant en het Woonwagenschap zijn vastgesteld en in een aan
tal gevallen gewijzigd, nadat in de gemeentebegroting voorlopige
bijdrageposten wegens aandeel in de kosten waren opgenomen.
Thans wordt voorgesteld de betreffende ramingen aan te passen.
In de gemeentebegroting 1980 is een bedrag per leerling als
bedoeld in artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920 opgenomen,
dat afwijkt van het vergoedingsbedrag, dat u op 31 januari 1980
hebt vastgesteld. Wij stellen u voor, de raming aan te passen.
-De-