-73-
-72-
We zullen moeten beseffen dat als we straks aan reële subsidies
toekomen, dat dan ook voor die grote uitgaven, jaarlijks een
subsidiebedrag aangevuld zal moeten worden.
Voorlopig, dacht ik, voorzitter, dat we maar met deze lijst
in moeten stemmen, maar ik denk, dat er ook vanaf nu gewerkt
moet worden aan een verbetering van de lijst, zodat in ieder
geval in 1980 niet weer met zo'n noodprocedure gewerkt moet
worden.
De heer Koevoets:
Ja, mijnheer de voorzitter, ik kan me niet verenigen met de
opmerking van de heer Buijs, dat wij straks geconfronteerd
zullen worden met een verhoogde subsidieaanvraag en dat wij die
zullen moeten incalculeren. Ik vind dat die verenigingen ook
maar iets meer moeten incalculeren en dat komt dan te zijner
tijd wel aan de orde.
V/ij moeten niet verplicht worden om zo maar iedereen te
subsidiëren, want om een subsidie los te krijgen is toch wel
een zeer zware zaak hier -in de gemeente.
De heer Rijsdorp (V.V.D.):
Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb al eerder een vraagteken
gesteld bij het belang wat de gemeente heeft bij het goed
functioneren van deze zaak.
Bij dit onderwerp heb ik dat ook heel duidelijk gesteld. Ik
ben wat geschrokken van de late uitnodiging die aan de
verenigingen is gezonden om de lijst van sociaal— culturele
activiteiten op tafel te krijgen, om daar over te praten.
De mensen hebben nauwelijks tijd gehad voor onderling overleg,
om eens na te gaan, wat er allemaal aan de hand is.
Ik geloof, dat van de zijde van uw college ook daar attenter
gehandeld moet worden.
Juist verenigingen moeten overleggen om eens te kijken wat er
aan de orde wordt gesteld.
Bovendien, mijnheer de voorzitter, was er geen enkel stuk
bijgevoegd dan alleen de uitnodiging, de mensen wisten ook niet
eens waar ze over spraken. Dan ga je naar een vergadering toe,
onvoorbereid, de secretarie-afdeling was zo vriendelijk om mij
op zaterdagochtend te helpen aan deze stukken, maar dan heb
ik ze alleen nog maar, de verenigingen waar het om gaat, hadden
ze niet. Ik vind het gewoon een jammerlijke zaak.
De heer van den Bosch heeft zojuist, meen ik, aangestipt het
punt van de sportieve recreatie en ik geloof toch, mijnheer
de voorzitter, dat we dat wat nauwlettend in de gaten moeten
houden, want ik dacht niet dat het alleen gaat om het inzenden
van de lijst van sociaal-culturele activiteiten met de bedragen
erachter, maar dat er ook bijgevoegd moet worden waar die
sociaal- culturele activiteiten dan uit bestaan.
Als ik die lijst nakijk, dan mis ik toch dat stuk sportieve
recreatie.
Ik heb er in de commissievergadering ook over gesproken,
ik heb geattendeerd op de voetbalverenigingen, maar bij nadere
bestudering van de stukken kom ik daar toch nog op terug,
voorzitter.
Het is namelijk zo, dat in het stuk dat uitsluitend de spor
tieve recreatie onder de werkingssfeer zal vallen, maar niet
als deze deel uitmaakt van de voetbalvereniging. Dat is een zaak
die op het ogenblik nog wel in discussie is, maar houdt ook
verband met de mogelijkheden die men dus eigenlijk ziet. De
sportieve recreatie, de sportieve activiteiten en buurthuis
werken, die vallen daar eigenlijk onder.
En vandaar dat ik u toch wil adviseren om ergens in de lijst
van activiteiten dat woord sportieve recreatie op te nemen.
Ik dacht dat dat onder het buurthuiswerk, opbouwwerk, zou
kunnen plaatsvinden.
In de tweede plaats, mijnheer de voorzitter, verbaast het mij
eigenlijk een beetje, dat het leefbaarheidsonderzoek valt
onder de stichting Buurthuis en Opbouwwerk Hoeven en Bosschen-
hoofd, net of dat een primaire taak is van die stichting.
Wij hebben een opdracht gegeven en misschien bij het opbouw
werk wat informatie ingewonnen, maar ik zie niet helemaal in dat
het opbouwwerk een wezenlijke taak heeft in het leefbaarheids-
onderzoek in deze gemeente. Het verbaast mij, dat dat als
activiteit wordt opgevoerd.
-Met-