-66-
Het wetsontwerp geeft toch wel duidelijke lijnen.
Een kleine gemeente als Hoeven zal niet direct de eerste
twee jaar een welzijnsambtenaar aan moeten trekken. Er zijn
grote gemeenten die dat wel moeten doen.
De kosten daarvan zijn niet verhaalbaar op de staat, dus C.R.M.
weet heel goed wat ze doet.
Deze voorschriften liggen er nu eenmaal, die liggen er al
maanden en het is ook, zoals de V.V.D. gezegd heeft, dat het
op het laatste moment hier in Hoeven ter tafel wordt gebracht.
Dat is echt een punt waar het nu overgaat en daar willen wij
ook wel een antwoord op hebben.
Wethouder Frijters:
U praat alsof wij er zo gelukkig mee zijn, wij zijn er helemaal
niet gelukkig mee, het ministerie heeft dit afgestoten naar de
gemeenten.
De heer Rijsdorp (V.V.D.):
Ik neem het u wel kwalijk wethouder, als u zegt dat u er niet
gelukkig mee bent.
Het college zit er voor het welzijn van deze gemeente.
Het college heeft tot taak om te onderzoeken datgene wat voor
deze gemeente van belang is en dat houdt in dat ik uw uitspraak
een onjuiste uitspraak vindt, want dit zou betekenen dat het
u niet zo interesseert, wat de eindresultaten van dit onder
zoek zijn.
Voorzitter:
Ik geloof niet dat u dat laatste mag herhalen, mijnheer
Rijsdorp.
Als de wethouder zegt: "wij zijn er niet gelukkig mee", dan ge
loof ik, dat, als u de wettelijke regeling bekijkt en u ziet
dan welke financiële consequenties deze heeft voor de gemeente,
dan kunnen we zeggen: "Inderdaad met deze wettelijke regeling zijn
we niet zo gelukkig.
-Dat-
-67-
Dat wil niet zeggen dat we met het welzijnsplan niet gelukkig
zouden zijn.
Zo is het ook niet door de wethouder bedoeld.
Wethouder Frijters:
Wij zijn er niet gelukkig mee dat het ministerie de zaak naar
de gemeente schuift.
Het worden kosten voor de gemeente, die wij nergens op kunnen
verhalen.
Straks komen daar ook de personeelskosten nog bij.
In eerste instantie zijn we doende geweest met het structuur
onderzoek en waren we voornemens met een andere instelling
in zee te gaan, maar deze blijkt achteraf veel te duur te zijn.
Dat is ook in de commissies aangetoond.
Punt twee is, dat we eerst in 1981 klaar hoeven te zijn met
het welzijnsplan.
Wat betreft de datum waarop deze zaak by het PON moet liggen kan
ik zeggen, dat we niets definitief hebben afgesproken.
We hebben uitsluitend optie gevraagd, zodat we daar straks met,
hetzij de lichte^ hetzij met de zware formule, terecht kunnen.
De heer Buijs (P.v.d.A.):
Ja, voorzitter, ik wil graag een uitdrukkelijke uitspraak van
uw college dat ze inderdaad de werkopzet zoals die door het
PON is voorgesteld zal kiezen als uitgangspunt.
Voorzitter:
Wij zullen inderdaad dat systeem volgen met de zekere in
spraakprocedures
Als u kijkt naar de offerte van PON, die wij hier en daar
toch wel overtrokken vinden, maar waarvan we gezegd hebben:
deze zware formule wensen wij wel te accepteren, want heeft het
departement hier teveel aan, hier plaatselijk zullen wij zeker,
de gemeenteraad zal er zeker baat bij hebben als een goed
doordacht plan op tafel komt, op grond waarvan een beleidsplanning
voor meedere 'jaren gemaakt zou kunnen worden.
-Inderdaad-