-62-
Wij gaan in ieder geval niet accoord, als u de volgende maand
komt met maar één offerte.
De heer Buijs (P.v.d.A.):
Dat wil ik graag ondersteunen, voorzitter.
De heer Rijsdorp (V.V.D.):
Dat doen wij ook, voorzitter, maar bovendien wil ik erbij
zeggen dat we gewoon tegen dat voorstel zijn.
Voorzitter:
Die gedachten nemen we mee, u krijgt in ieder geval van ons
een gewijzigd voorstel.
11.) Krediet voor het opstellen van een welzijnsplan voor de ge
meente Hoeven.
De heer Rijsdorp (V.V.D.):
Mijnheer de voorzitter.
Ik heb in de commissievergadering al van een zeker misnoegen
uiting gegeven over de gang van zaken.
Op 22 februari 1979 krijgen we een voorstel op tafel om een
krediet van 25.000,beschikbaar te stellen.
Op 5 februari heeft het POR nog een ultimatumbrief aan uw
college geschreven en daarin gevraagd of uw college nog voor
nemens is te antwoorden ja of nee.
Die brief moest op 12 februari 1979 binnen zijn.
Ik betreur dit, mijnheer de voorzitter. Ik dacht dat in deze
raad al bij meerdere gelegenheden geattendeerd is op de be
langrijkheid van een welzijnsplan.
Niét alleen in de laatste beschouwingen, maar ik meen te
weten, stellig te weten, dat hier bij voorgaande gelegenheden
op is geattendeerd.
Waarom, mijnheer de voorzitter heeft dit zo lang geduurd?
Is het college onvoldoende doordrongen van de belangrijkheid
van deze zaak?
-Ik-
-63-
Ik heb er bovendien op moeten attenderen, dat de stukken, die
op zich wel compleet waren, toch niet die informatie gaven, die
men eigenlijk voor de beoordeling van zo'n zaak minimaal nodig
heeft.
Nadat ik er om gevraagd heb, heeft uw college gezorgd dat ik als
nog een stuk van het PON onder ogen kreeg, waarin wat nader,
wat diepgaander wordt ingegaan op het onderzoek dat wordt
verricht, want het is natuurlijk erg gemakkelijk om te praten
over een zware formule of een lichte formule.
Daar een paar kreten te uiten in een verslag van een informele
vergadering, overigens mijnheer de voorzitter, en dat moet
mij ook eens van het hart, een niet gedateerd verslag.
Ik vind toch wel, mijnheer de voorzitter, dat er in welk verslag
dat er dan ook gemaakt wordt ter secretarie, tenminste een datum'
moet staan wanneer een dergelijke bespreking plaats vindt.
In dat verslag staan een aantal gemeenheden waarmee men in de
beoordeling nauwelijks iets kunt doen.
Op zich zijn wij het er mee eens dat er een instantie moet
worden aangetrokken, op zich hebben wij daar ook geen moeite
mee, vinden wij het uitermate plezierig, dat het PON daarbij
wordt betrokken, het is een instantie die duidelijk wat kan
doen.
Ook die 25.000,op zich is geen probleem, maar ik vind
wel, mijnheer de voorzitter, dat deze zaak veel eerder aan de
orde had moeten worden gesteld.
De heer Zagers:
Onze fractie heeft ook bij herhaling, zoals de heer Rijsdorp
gezegd heeft, gewezen op de noodzaak om te starten met het
welzijnsplan.
Ik meen dat we daar vorig jaar oktober al op geattendeerd
hebben en het bevreemdt ons ook een beetje dat u nu pas met
het voorstel komt.
De datum 12 februari, waarop de opdracht bij het PON binnen
moest zijn is inmiddels verstreken. Het PON heeft nog niets van
ons vernomen en wij vragen ons af wanneer het PON de opdracht
van de gemeente Hoeven niet accepteert, wat dan?
Ik denk dat we dan helemaal fout zitten met het welzijnsplan.
-De-