-49- -48- partijen en wij gaan er vanuit dat die vertegenwoordigd worden. De heer van den Bosch: Vanuit onze fractie willen wij graag de heer van Lier in de commissie voorstellen. De voorzitter: Ja, dat is een duidelijke afwijking van dit voorstel. Heeft de raad er bezwaar tegen dat vertegenwoordigers van de raadsfracties in de commissie zitting nemen, met dien verstande dat de V.V.D. en P.v.d.A. niet vertegenwoordigd zijn? Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermee akkoord. De voorzitter: Heren, mag ik dan de taakomschrijving aan de orde stellen? De heer Buijs (P.v.d.A.): Het is niet duidelijk omschreven wat een stuurgroep is. Een stuurgroep is een zelfstandig naamwoord waarin de taken niet staan omschreven. Wat betekent dan het fungeren als stuurgroep? Het brengt op zich geen enkele bevoegdheid met zich mee. Het begeleiden van de planontwikkeling, ook dat is een zeer vrijblijvende zaak, het begeleiden van het tot stand komen is ook zeer vrijblijvend. Wat is hier de inhoud van het woord begeleiden? Dat woord komt ook weer in punt 4 terug, het is ook een be geleidingscommissie maar de bevoegdheid is niet duidelijk vastgelegd. Tenslotte punt 5: het plegen van overleg over het toewijzen van de te bouwen woningen. Overleg, dat pleeg ik ook altijd, met iedereen en alles, maar dat geeft mij nog niet bepaalde bevoegdheden om.iets te zeggen over iets. Dit is ook ten aan zien van de projectontwikkelaar een zo vrijblijvende zaak, dat ik op basis van de overweging die ik zo juist al zei en de invulling daarvan met deze woorden, het een commissie -vind- vind, die een wat lege ballon is. De heer van Lier: Daar staat natuurlijk tegenover dat u geen deel neemt aan de commissie, maar u wilt de commissie wel een werkwijze opleggen. Wees dan consequent en doe dan mee aan de commissie. De heer Buijs (P.v.d.A.): Als die commissie wat meer bevoegdheden kreeg, dan zou ik er eens over gaan nadenken. Voorzitter: De heer Buijs zegt: de taakstelling heeft weinig of geen inhoud. Ik dacht, dat het algemeen uitgangspunt is geweest, dat de raadsvertegenwoordigerstezamen met het college van burgemeestez en wethouders trachten om tot een voorstel aan de raad te komen. Daarom ook is het een commissie ad hoe. Mijne heren, ik constateer dat u met de taakstelling accoord gaat en ik ga terug naar de bemanning. Wie stelt zich kandidaat? De heer van Lier, de heer Eerstens, de heer Huijten en het college van burgemeester en wethouders. We hebben dus 3 vertegenwoordigers uit de raad. Hierna wordt tot schriftelijke stemming overgegaan. De voorzitter vraagt de heren Buijs (P.v.d.A.) en Wijnen (V.Y.D.) om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Ingeleverd worden 13 stembriefjes, waarvan er 9 de naam van de burgemeester bevatten, 9 de naam van wethouder van Eekelen, 9 de naam van wethouder Prijters, 10 de naam van de heer van Lier, 10 de naam van de heer Eerstens, 10 de naam van de heer Wuijten, 1 de naam van de heer Buijs, terwijl er 3 blanco stemmen zijn uitgebracht. Derhalve zijn het college van burgemeester en wethouders alsmede de heren Eerstens, van Lier en Nuijten met volstrekte meerder heid van stemmen benoemd tot lid van de commissie. -8.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 87