•44-
-45-
Staat u allen achter de gedachten die vanavond op tafel ge
komen zijn, om deze door te spelen naar de schoolbesturen,
met het verzoek om inderdaad een rekening in te dienen, waar
uit duidelijk blijkt waar de eventuele tekorten zitten en dat
we met het schoolbestuur in Bosschenhoofd in contact treden om
te kijken of er inderdaad knelpunten zijn.
Zijn er knelpunten, dat .we dan vanuit het college en vanuit
het gemeentelijk apparaat hulp verlenen om een geargumenteerd
en gemotiveerd verzoek te richten aan de minister, om te komen
tot een zodanige verhoging van het bedrag per leerling dat aan
de wensen van Bosschenhoofd wordt voldaan.
De heer Rijsdorp (V.V.D.):
Mijnheer de voorzitter, ik zou zover willen gaan, dat die
rekening niet alleen beschikbaar is voor het college, maar ook
voor de raad.
Ik vind juist, dat je daardoor een heel duidelijk beeld krijgt
over de bestedingen, maar ik dacht dat men als raad ook duide
lijk en dat is dacht ik door anderen in deze raad ook naar
voren gebracht, duidelijk een inzicht moet hebben over de be
steding van het door de raad beschikbaar gestelde bedrag.
Voorzitter:
Ik ben van mening, dat we dat uit een oogpunt van vertrouwen
niet moeten doen.
Bovendien zijn de schoolbesturen autonoom ten aanzien van
het doorhen te voeren beleid.
Als men bereid is deze rekeningen voor te leggen aan een
afdeling financiën van de secretarie, met de mogelijkheid dat
er een advies komt aan de gemeenteraad, of er al of niet tot
verhoging van het bedrag per leerling dient te worden besloten
dan is dat juist.
En niet dat we met zijn allen die rekeningen gaan bekijken
en daardoor eigenlijk ons bewegen midden in het beleid van
de schoolbesturen. Dat zou ik beslist willen ontraden.
En dat zou ook voor de schoolbesturen aanleiding kunnen zijn om
zich behoudend op te stellen t.a.v. het sturen van rekeningen.
-Het-
Het zou ook niet, dacht ik, volgens de wet zijn.
Men kan inderdaad eisen dat er rekeningen overgelegd worden,
maar niet dat de rekeningen ter discussie gesteld worden binnen
de gemeenteraad.
De heer Buijs (P.v.d.A.):
Mijnheer de voorzitter, maar ik dacht niet dat het voorstel
was om de rekeningen ter discussie te stellen in de raad, maar
ik zou ze toch ter kennis willen brengen aan de raad en dat
kan plaatsvinden door ze op de agenda van de commissie algemene
zaken te plaatsen.
Het lijkt mij de meest aangewezen weg.
Voorzitter:
Dat alternatief zullen we zeker in gedachten nemen.
De heer van den Bosch:
Voorzitter, ik heb geen antwoord gekregen op mijn vragen,
ik vind dat wel zeer merkwaardig, maar ik heb daar minder moeite
mee als u mij twee dingen wilt toezeggen.
Allereerst, dat u ingaat op de suggestie, die ik gedaan heb,
om vanuit uw technische dienst het schoolgebouw te Bosschen
hoofd te bekijken of er werkelijk sprake is van zeer achter
stallig onderhóud.
Wanneer er sprake is van verkrotting, vind ik dat wij als
gemeentebestuur maatregelen moeten nemen.
Voorzitter:
Dat laatste wordt toegezegd. Het zat eigenlijk een beetje inge
bakken in het gesprek met het schoolbestuur. Uiteraard gaat
daar een gesprek met het schoolbestuur aan vooraf.
De heer van den Bosch:
Voorzitter, een 2e opmerking, heeft betrekking op dat geven
wat u toegevoegd heeft aan de rekening.
Ik heb verzocht en geëist om ze ter kennis te brengen, zulks
is volledig gebaseerd op de wet.
-De-