-40- Het komt bijzonder leuk over om te zeggen dat we alles moeten doen voor onze kinderen enz., maar als we dat nou allemaal zeggen, dan winnen we er geen van allen een stem mee. Ik zal heel consequent zijn, mijnheer de voorzitter, maar dat kunt u ook van het C.D.A. verwachten, ik vind dat uw college nu orde op zaken moet stellen, en dat het bedrag per leerling voor 1979 wordt vastgesteld op basis van de juiste cijfers, cijfers die noodzakelijk zijn om tot een optimaal beleid te kunnen komen. Mijnheer de voorzitter, het bedrag per leerling heb ik, toen ik wethouder was, altijd in overleg proberen vast te stellen. Ik heb ook geen verwijt tot de wethouder, die op dit moment dit bedrag naar 350,heeft moeten brengen, want hij heeft het ook met natte vingerwerk moeten doen. Ik stel gewoon dat wij van mening zijn, dat wij het niet willen laten bij loze kreten, zoals dat al 4 jaar achtereen gesteld is, en waarin we ieder jaar opnieuw genoegen hebben genomen met volgend jaar dan maar. Ik ben de mening toegedaan dat wij gebruik moeten maken van de wet en die macht heeft niet het college, niet de wethouder, die macht zit bij de raad. Ik ben op dit moment raadslid en ik wil gebruik maken van de wet waarin ik kan eisen dat de schoolbesturen verplicht worden tot overlegging van hun rekeningen, op basis waarvan tot vaststelling van het bedrag per leerling kan worden overge gaan. De heer Koevoets: Mijnheer de voorzitter, ik zou u met nadruk willen verzoeken dat uw college de moeite neemt om de schoolbesturen en de ouder comité' s er echt van te doordringen van datgene waar ze mee bezig zijn. Ik vind dat een schoolbestuur zich niet druk moet maken over details, maar dat zij zich bezig dient te houden met het onderwijs en het besturen van de scholen. Ik weet niet of ze daar goed genoeg van doordrongen zijn en of er van uw kant terdege op gewezen kan worden, dat een school besturen niet zo maar een vrije tijds baantje is, maar iets serieus, dat men bezig is met het trachten de kinderen in de gemeente een zo goed mogelijke opvoeding te geven. -41- Voorzitter Dat laatste, mijnheer Koevoets, geloof ik dat dat een heel goede zaak zou zijn, maar het ligt niet op terrein van de gemeente, want het is een autonoom bestuur, dat autonoom het beleid uitmaakt. Wij als gemeentebestuur hebben slechts de medewerking te geven en zo mogelijk de maximale medewerking, wat ook vanavond uit gesproken is, om het onderwijs in ieder geval financieel zo goed mogelijk te laten floreren. Wethouder Frijters: Eerst het antwoord op de vraag van de heer Kerstens, de school mag reserveren, dat is geen zaak van de gemeente. Wanneer men daar mogelijkheden voor ziet, vind ik het zelfs een goede zaak, maar het moet niet ten koste van de school gaan want dan vind ik het juist een verkeerde reservering. Wat betreft de vraag over de 35.000, daar zit inderdaad een bedrag voor zwem- en gymnastiekonderwijs in begrepen. Voorzitter: Het bedrag van 35,is zuiver voor de administratie, dat heeft de minister vastgesteld, om de schoolbesturen daardoor in de gelegenheid te stellen een meer professionele administratie op te zetten. Dan is natuurlijk de vraag of 35,per leerling voor een kleine school voldoende is, maar daardoor heeft Bosschen- hoofd de gelegenheid om dit bij de minister geargumenteerd aan te dragen. De kosten van het gymonderwijs en zwemonderwijs, zoals de heer Kerstens zegt, die staan volkomen buiten 385, Vandaar dat men zich kan afvragen of bij de verhouding, die de Katholieke Diosecane schoolraad in het midden brengt, dat we 5% beneden het landelijke gemiddelde zitten en 15% beneden het Zeelandse, of inderdaad ook rekening is gehouden met het feit, dat het schoolzwemmen en schoolgymnastiek niet in dat bedrag f 385,per leerling is begrepen. -Wethouder-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 83