-33- -32- A1 met al, mijnheer de voorzitter, kom ik in eerste instantie toch moeilijk tot een beslissing t.a.v. het bedrag,wanneer duidelijk blijkt dat met het schoolbestuur, dat zowel de Maria- school als de Reuzelaar op dit moment beheert, overeen stemming is bereikt tot 350, Wij willen dat vanuit het C.D.A. graag ondersteunen, maar ik zou u nu toch graag uitdrukkelijk willen vragen om ten aanzien van Bosschenhoofd het geheel eens na te trekken. De ver krotting eens duidelijk ter hand te nemen, alsook de achter stand van het meubilair. Ik ben de mening toegedaan, dat, wanneer het noodzakelijk zou zijn om aan te tonen, dat er direct vanuit de minister geen bedragen uit artikel 101 ter tot die school toe kunnen vloeien, wij dan vanuit het gemeentebestuur de beslissing moeten nemen om die grote achterstand eenmalig te herstellen, mede omdat ik de gedachte dat goed onderwijs het voornaamste is kan ondersteunen. Voorzitter, ik wil het in eerste instantie hierbij laten. U heeft niet, dacht ik, in datgene wat ik gesteld heb, kunnen merken dat wij de houding van het college inzake dit voorstel niet ondersteunen. Van de ander zijde hebben we ook duidelijk moeten zeggen, dat we niet alleen kritiek op het schoolbestuur willen hebben, dat we er zelfs vertrouwen in hebben. Alleen wil ik sluiten, mijnheer de voorzitter, met de op merking, dat het me vreselijk heeft verbaasd, dat u vanaf 1970, waarvan ik dan de agenda's en de notulen heb nagekeken, 21 maal het argument heeft gebruikt als de schoolbesturen iets vroegen, dat niet volledig kon worden gehonoreerd, omdat de inspecteur anders had geadviseerd en dat met betrekking tot dit voorstel de inspecteur heeft geadviseerd mee te gaan met een bedrag per leerling dat door de scholen is voorgesteld. Dat heeft me enorm verbaasd. De heer Wijnen (V.V.D.): Mijnheer de voorzitter, wanneer wij de begrotingen van het school bestuur over dit jaar bekijken en wij zien dat er voor de oudervereniging meer geld wordt uitgetrokken, dan kunnen wij ons daar volledig mee verenigen, omdat die vereniging met meer financiën meer kan gaan doen. -Wat- Wat ons echter wel verbaast, is de brief van de Katholieke Diocesane Schoolraad, waarin wordt bevestigd dat Hoeven 5% beneden het peil ait van de gemiddelde school hier in de omtrek En dat Hoeven 15% beneden het peil zit ten opzichte van Zeeland.' Onze vraag is: hoe is het nou mogelijk dat èn in de begroting 1977 en in de begroting 1978 en 1979 het bedrag per leerlin- iedere keer 5,- in 1977, 25,-- in 197B, dit jaar voor Hoeven weer 13,voor Bosschenhoofd weer 17,onder de door het schoolbestuur geraamde bedrag wordt vastgesteld. Voorzitter: Dat is het overleg tussen schoolbestuur en het college. De heer Kerstens: Ik moet u namens onze fractie, zeggen, voorzitter, dat wij ons in eerste instantie ook kunnen verenigen met het voorstel van 350, per leerling en wanneer wij daar de 35,bijtellen voor de administratiekosten, dan komen we al op 385, De heren raadsleden, die hier vanavond het woord gevoerd hebben, i gaan allemaal voorbij aan de faktor zwemonderwijs en gymnastiek onderwijs. De heer van den Bosch verbaast zich erover dat de inspectie accoord kan gaan met het bedrag van 367,50. Ik heb daar vanavond de inspecteur nog over geraadpleegd en die heeft me gezegd: nou ja, wij hebben dit als landelijk gemiddelde aangenomen, het is een vrij globale raming, maar dat neemt niet weg dat wij niet achter die 350,- kunnen gaan staan, want wij hebben niet eens gesproken over die 35,— als basisbedrag dat er ook al bijkomt. Wat onze fractie wel v3rbaast, mijnheer de voorzitter, is dat het schoolbestuur van Bosschenhoofd op dit moment al zo ongeveer 80.000, heeft gereserveerd en dan toch nog een felle klacht uit dat er te weinig wordt uitgekeerd. Ik vind het eigenlijk helemaal geen argument, mijnheer de voor zitter, dat op begrotingen bedragen worden geraamd ten behoeve van voorschotten in de volgende jaren. Ik vind dat begrotingen gebaseerd moeten zijn op een reële behoefte, die in het komende jaar zullen bestaan en ik vind, dat het onderhoud aan een school moet gebeuren en dat men dat elk

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 79